Korte beschrijving van het dorp loemel en deszelfs omtrek/Voorberigt

Uit Wikisource
titelpagina e.d. Korte beschrijving van het dorp Loemel en deszelfs omtrek (1808) door een anonieme schrijver

Voorberigt

Korte beschrijving van het dorp Loemel
[ iii ]

VOORBERIGT.




Hoe zeer de afstand van het grondgebied van Loemel voor dit Land weinig in aanmerking schijnt te kunnen komen, te minder, daar dezelve bij wijze van ruiling is geschied, zoo scheen het voor de Vaderlandsche Geschied- en Oudheid-kunde, niet ten onpas te weezen, eenig berigt daar omtrent mede te deelen, en alzoo een plaats, welker Ingezetenen zoo lang de lasten met ons gedraagen, en in den voor en tegenspoed des Vaderlands gedeeld hebben, bij haare afscheiding nog eens in geheugenis te brengen, te meer, wijl daar omtrent nog wel iets mede te deelen en op te merken viel, 't geen nog niet, of niet zoodanig, te vinden is bij de Schrijvers, die daar van [ iv ]gemeld hebben, welke zijn: J. B. Grammaije, in Taxandria, Bruxellae 1610. J. van Oudenhoven Beschrijving der Meijerij van 's Hertogenbosch, Amsterdam 1649; en de vermeerderde Beschrijving van denzelven te 's Bosch 1670. Hedendaagsche Historie of tegenwoordige staat van alle Volken, 12e deel van de Vereenigde Nederlanden, Amst. 1740. A. F. Busschings Geographie, vermeerderd door W. A. Bachiene, 4e deels 5e stuk Amsterdam en Utrecht 1777. Mr. J. H. van Heurn, Historie der Stad en Meijerij van 's Hertogenbosch, Utrecht 1776-1778. S. Hanewinkel, Beschrijving van de Stad en Meijerij van 's Hertogenbosch, Nijmegen 1803. En S. van de Graaf, Historiesch-Statistiesche Beschrijving van het Koningrijk Holland, eerste stuk, Amsterdam 1807; van alle welken bij deezen is gebruik gemaakt, maar waarin men toch ook 't een en ander, hier vermeld, vergeefsch zoeken zal. Eenig onderricht, hier bij gevoegd, omtrent het graaven van het Noorder-Kanaal, het welk nog maar weinig schijnt bekend te zijn, zal [ v ]welligt de opmerking verdienen bij onze Landgenooten, wier Voor-vaders zich; voor weinig minder dan twee eeuwen, met zoo veel ijver tegen een diergelijke onderneming verzet en dezelve belet hebben, waarvan een omstandig verhaal hier in gebragt is.

Uit Utrecht,
 in Hooimaand,
 1808.