Naar inhoud springen

Leydse Courant/1786/Nummer 115/Extract uit een brief van ’s Gravenhage den 21 September

Uit Wikisource
‘Extract uit een brief van ’s Gravenhage den 21 September. Zie hier eene Copie van de Missive van Zyne Koninglyke Majesteit Fredrik Willem den II. van Pruissen, aan H. H. Mog. de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden’ door Fredrik Willem den II. van Pruissen
Afkomstig uit de Leydse Courant, maandag 25 september 1786, [p. 1 en 4]. Publiek domein.

[ 1 ]EXTRACT uit een BRIEF van ’s GRAVENHAGE den 21 September. Zie hier eene Copie van de

MISSIVE van Zyne Koninglyke Majeſteit FREDRIK WILLEM den II. van Pruiſſen, aan H. H. Mog. de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden.

WY FREDRIK WILLEM, door Gods genaade Koning van Pruiſſen &c. &c. &c.
Aan de Hoog-Mogende onze byzondere lieve Vrienden en Nabuuren, de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden zy voor af onze Vriendſchap, en wat wy meer liefs en goeds vermogen:

HOOG-MOGENDE HEEREN BYZONDERE LIEVE VRIENDEN EN NABUUREN.

„Naar dien het aan de Voorzienigheid behaagd heeft, Onzen Hooggeëerden en geliefden Oom Fredrik den II, Koning van Pruiſſen, uit dit tydelyke op te roepen, en Wy daardoor tot de Koninglyke Regeering der Staaten by denzelven nagelaaten, zyn gekomen, zo hebben Wy goedgevonden, Onzen werkelyken geheim Staats Miniſter en Groot-Meeſter der Garderobe, Grave van Goertz, in qualiteit als Onzen Envoyé Extraordinaris en Miniſter Plenipotentiaris by U Hoog-Mog. af te zenden, en aab denzelve een byzonder teeken van Onze uitſteekende agting te geeven, en uitvoeriger mondeling te betuigen, gedeeltelyk hoe zeer Wy wenſchen met de Hooge Republiek der Vereenigde Nederlanden even die zelfde goede Nabuurſchap en naauwe Vriendſchap te onderhouden, welke van Onze Predeceſſeuren zedert honderde Jaaren op Ons voortgeplant is, gedeeltelyk ook het groot aandeel, het welk Wy als een zoo digt Nabuur aan de bedroefde onluſten neemen, die zedert een geruimen tyd eenige der Vereenigde Provincien beroeren; doch voornamentlyk aan de differenten, welke in eenige derzelve met den Doorlugtigen Erf-Stadhouder, Prince van Orange en Naſſau zyn ontſtaan, en aan de zeer buitengewoone onderdrukkingen, welke deze Vorſt zo onſchuldig moet lyden.”
„Wy willen U Hoog-Mogende met geene wydloopige uitbreidingen hier over ophouden, daar Zyn Doorlugtigheid de Prins Erf-Stadhouder, by verſcheide Miſſiven aan de Staaten van Holland en Weſt-Friesland geſchreeven, de hardigheid der hem overkomene verkortingen zyner Voorregten, zo omſtandig en overtuigende heeft voorgeſteld; maar Wy refereeren Ons veel meer op de Miſſive, welke Zyne Majeſteit Onze Predeceſſeur op den 18 September des Jaars 1785, zo wel aan U Hoog-Mog. als aan de Staaten der Provincie van Holland en Weſt-Friesland, in ’t byzonder heeft doen afgaan.”
„Wy bekragten en vernieuwen den geheelen inhoud van dezen welmeenenden Brief, op het ernſtigſte herhaalende het vriendſchappelyk verzoek, daar by aan dezelve gedaan, dat de zaaken aldaar ten aanzien van Zyne Doorlugtigheid den Erf-Stadhouder door billyke middelen van overeenkomſt op den vorigen met de Conſtitutie en Conventie overeenkomſtigen voet, ten ſpoedigſte mogen worden herſteld. In het byzonder verzoeken Wy U Hoog-Mogende hier mede vriendelyk en inſtantelyk om by de Staaten van Holland en Weſt-Friesland, en waar U Hoog-Mogende het verder dienſtig zullen vinden, door derzelver veelvermogende bemiddeling op de nadrukkelykſte wyze te effectueeren, dat Zyne Doorlugtigheid den Erf-Stadhouder door middelen van uitkomſt, die niet moeilyk uit te vinden zyn, in ſtaat geſteld worde, om wederom met eere en welvoeglykheid na den Hage te kunnen retourneeren, om zyne hooge Ampten uit te oeffenen, en dat vervolgens over de nog overblyvende differenten, eene met de geregtigheid, de eer en het ware intreſt van alle de partyen overeenkomende duurzame uitkomſt getroffen worde, waar toe Wy met andere Vrienden en Nabuuren der Republiek door Onze Raad en bemiddeling, op eene zo billyke als onpartydige wyze, gaerne alles wat mogelyk is, willen toebrengen.”
„Wy hebben de Graave van Goertz inſtructie gegeeven, om dit alles zo wel aan Uw Hoog-Mog., als ook naar de omſtandigheden aan de Staaten van ieder der Provincien breedvoeriger voor te draagen, van Onzentweegen het nodige te verzekeren, en daar van opening te doen, en wanneer zulks goedgevonden, wierd, daar over met hun in onderhandeling te treeden.”
„Wy verzoeken U Hoog Mogende derhalven den meergemelden Grave van Goertz, in deze zeer gewigtige zaak volkomen geloof te geeven, en met hem alle dat geene te verhandelen en af te doen, wat men na de omſtandigheden van beide de partyen goed en nodig zal vinden.”
„Wy hoopen en vertrouwen, dat U Hoog-Mogende, zo wel als de Staaten van ieder der Provincien, Ons niet zullen verdenken, dat Wy Ons den Erf-Stadhouder hier in zo kragtdadig en ernſtig aanneemen, daar Wy eensdeeld zo na met Hem zyn verwand, en het noodlot van dezen Vorſt, van Zyne Gemalinne, Onze lieve en waardige Zuſter, welker verheevene en aan de'Republiek geheel toegedaane gevoelens U Hoog-Mogende wel niet twyffelagtig zullen zyn, als mede van hunne Kinderen en Nakomelingſchap, Ons onmogelyk onverſchillig zyn kan; en anderdeels, daar Wy met overtuiging weeten en kunnen verzekeren, dat Zyne Doorluchtigheid den Heere Erf-Stadhouder en Zyne geheele Familie de hooge Republiek der Vereenigde Nederlanden van gantſcher Ziele zyn toegedaan, en zeker nooit tegens haar Intreſt en Staats-Syſtema, ietwes zullen doen, maar dezelve op alle mogelyke wyze zullen tragten te behouden en te bevorderen.”
„Hier by komt, dat Wy, als de naaſte Nabuur der Vereenigde Nederlanden, en na de nooit verouderde Verbinteniſſen der wederzydſche Staaten, een zo groot en gewigtige Intereſt hebben, dat de met de oude Conſtitutie overeenkomſtige geſteldheid der Republiek, in ’t weezenrlyke niet veranderd, maar onverbreekelyk behouden werde, en dat de inwendige onluſten en differenten, die zekerlyk uit een bloot misverſtand zyn ontſtaan, op de ſpoedige wyze, door eene billyke, redelyke en bondige Verzoening, en door eene duurzame goede verſtandhouding by alle de daar by geïntereſſeerde Partyen, vereffend worde. Wy beveelen deze ten uiterſte gewigtige zaak aan U Hoog-Mogende, en alle het geene waar van Wy aan dezelve op de bovengem. wyze, welmeenend en Vriendſchappelyk hebben opening gedaan; en gelyk Wy hoopen hier in niet te zullen miſſen, zo verzekeren Wy U Hoog-Mogende daar en tegen, dat Wy de geheele Republiek der Vereenigde Nederlanden, en ieder der Provincien in ’t byzonder, met Vriend Nabuurlyke Vriendſchap en toegenegenheid, altoos zyn en blyven toegedaan.”

(Geteekend) FR. WILLEM.
(Gecontraſigneerd) FINCKENSTEIN, V. HERTZERG.

De voorn[.] Miſſive blykt, ge[d]ateerd te zyn, vóór de haatlyke Expeditie op Elburg en Hattem, welke Zyne Hoogh., hoe zeer vorrgeevende de ordres der Staaten van Gelderland als Kapit. Generaal dier Provincie te moeten uitvoeren, ongetwyffeld als Stadhouder had kunnen voorkomen, door zodaanige moderaate voorſtellen als de handhaaving der Burger rechten aan de hand geeven.
Ondertuſſchen is de gem. Miſſive door Gelderland, Zeeland, Utrecht, Overyſſel en Groningen copieëlyk overgenomen, en geſteld in handen van Hunne Hoog-Mogenden Gedeputeerden tot de buitenlandſche Zaaken, terwyl de Gedeputeerden van Holland en Weſt Friesland inhaereerden het Declaratoir van Hun Ed. Gr. Mog. op den 9 Decemb. l785 gedaan[,] behelzende,voor zo veel men zig herinnerd, „dat Hoogſtdezelve nimmer zullen gedoogen, dat de Staaten Generaal zig meleerden in eene domeſtieke zaak der Provincie Holland[.]