[ 1 ]AMSTERDAM dep 4 April. Met de jongſte Engelſche Brieven, verneemt men, dat het Schip Jacobus, Kapt. H. Eden of J. Cornelis, van Surinamen na Rotterdam beſtemd, dat wegens Leckagie in de Bermudas binnen geloopen was, aldaar afgekeurd is, en deszelfs Laading met een ander Schip zoude overgebragt worden.
Van Lisbon word van den 13 Maart gemeld, dat aldaar binnen geloopen is het Schip de twee Gebroeders, Kapt. J. Bakker, van St. Paulo by Alikanten, had 43 dagen op Zee geweeſt, heeft de Groote- en Bezaans Maſt verlooren, en is eenigſints lek, hebbende 18 dagen op de Kuſt gezworven, moet quarantaine houden, om dat het uit de Straat kwam enz.
Te Malaga is wegens Storm binnen geloopen J. Akkerma, van Cagliary na de Ooſtzee moetende, had eenig Zout over boord moeten werpen, doch zou daar van weder inneemen, en zo ſpoedig mogelyk zyn reis voortzetten, de gefourneerde omgelden bedraagen Banco ƒ 232 : 10.
In Eggerſund in Noorwegen wegens Storm en Tegenwind binnen Kapt. Hammer, van Kopenhagen, van boven had het Schip een kleine lek, doch dagt niet dat de Laading beſchadigd zou zyn, volgens de laatſte berigten van den 9 Maart, was hy gereed zyn reis te vervolgen.
Brieven van St. Euſtachius van den 11 February melden, dat daags te vooren aldaar in 35 dagen aangekomen was Will. Oedewal van hier.
Arrivementen: Te Kadix de Spaanſche Schepen St. Antonio y Animas en N. S. del Roſario y St. Franciſco de Aſis van Vera Crux, St. Joſeph l’Aſſumcion en N. S. del Monſerat uit de Havana, als mede T. Tisge van Charlestown, en S. Tiózzo van Mogador; te Lisbon Iven Steenenſen van Mogador, J. M. Dreano van Pont l’Abe, P. Maybom van Genua, J. J. Renard van la Rochelle, en M. G. da Cruz van Philadelphia; te Nantes J. Wiers van Rouen, P. J. Molenaar van Oſtende, A. Willems van Rotterdam, en G. Meeuwes; en te Bordeaux M. H. de Koe, beide van hier; en te Breemen B. Gartje; B. Wichman, H. Ratjen L. Kopers, J. Muller, H. Keyſer, A. Steengrave en J. Lambke van Bordeaux, D. Mandels van Nantes, en J. Deetjen van Gottenburg.
Vertrokken: Van Lisbon J. J. Fick en C. S. Much na Stettin, J. F. Ram na Zweeden, en J. Nielſon na Noorwegen.
Zeilree: Te Ferrol J. Jelles herwaards; en te Oſtende H. W. Poolman na de Ooſtzee.
Den 16 Maart lag nog te Lemmerik wegens Tegenwind Schipper Schrör, na Breemen moetende.