Naar inhoud springen

Leydse Courant/1825/Nummer 109/Korfu den 10 Augustus

Uit Wikisource
‘Korfu den 10 Augustus’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Leydsche Courant, maandag 12 september 1825, [p. 1]. Publiek domein.

[ 1 ]KORFU den 10 Augustus. De Seraskier heeft, drie dagen geleden, een vierde aanval tegen Misſolunghi beproefd met 6000 man, die in drie corpſen verdeeld waren, te weten, 2000 Montenegrijnen, 2000 Sectarioten en 2000 Aziaten. Deze troepen hebben verſcheide verſchanſingen vermeesterd en zich daarin een wijl tijds ſtaande gehouden; doch zijn eindelijk met een aanzienlijk verlies, hetgeen op drie duizend dooden, gekwetſten en krijgsgevangenen geſchat wordt, verjaagd, en het verlies der Turken zoude nog aanmerkelijker geweest zijn, zonder de list van een hunner aanvoerders Taïr Abasſi, die verſtandhouding met de Grieken had en zich daarvan bediend heeft door den marsch dezer laatſte te vertragen, hen van een gevaar verwittigende, hetwelk niet beſtond. De uit veertig gewapende ſchepen en 12 branders beſtaande Griekſche vloot, heeft zich wederom in de wateren van Patras doen zien. De Kapitan-Pacha is onder de beſcherming der kasteelen geweken, na eenige kanenſchoten met de Grieken gewisſeld te hebben.
Den 5den heeft de ſchipper van eene van Zante aangekomene ſchuit verhaald, dat hij den eerſten dezer, kort na zijn vertrek, van verre de Turkſche en Griekſche vloten gezien had, die een gevecht begonnen, en dat hij weldra een Griekſche brik, waarſchijnlijk een brander, ontdekt had, die te midden van zes Turkſche fregatten ſloeg. Na de vloten uit het gezigt verloren te hebben, had die ſchipper nog langen tijd het kanonnen-vuur gehoord.
Volgens berigten over het hernemen van Tripolitza door de Grieken, heeft de franſche Kolonel der genie Gaillard hen daarbij groote dienſten bewezen; hij zonderde zich van het corps van Ypſilanti af met vier honderd man, die hij in haast had georganiſeerd, en wist door zijne manoeuvres Ibrahim Pacha uit de plaats te lokken en hem zoo lang door een gemaskeerde batberij van zestien ſtukken bezig te houden, dat Ypſilanti den tijd had om Tripolitza aan te vallen en te vermeesteren, waarna hij met zijn klein corps en al zijn geſchut mede binnen de plaats wist te komen.
De de hoogte van Patras kruiſende Griekſche vloot, onder bevel van Admiraal Miaulis, is 50 oorlogſchepen en verſcheidene branders ſterk. Met ongeduld verwacht men bijzonderheden omtrent hare onrmoeting met den Kapitan-Pacha. De Vice-Admiraal Sachturi is met 28 oorlog-ſchepen en 10 branders, onder beſtuur van den beroemden Canaris, naar Alexandrie geſtevend om de Egyptiſche ſchepen, die tot eene nieuwe expeditie gereed liggen in de haven zelve aan te tasten.
Een Engelsch fregat, dat gisteren avond, uit Napoli di Romania en Misſolunghi is aangekomen, berigt dat de Moreoten eene onvergefelijke zwakheid, en lafhartigheid betoonen; maar dat daarentegen de Romelioten met elken dag eene verwenderenswaardige ſtandvastigheid, moed en vaderlandsliefde ten toon ſpreiden. De aankomst van de Griekſche vloot is van groot nut voor de vesting Misſolunghi geweest, welke ſtad ſedert vele dagen gebrek aan water had, niettegenſtaande het aldaar binnengeloopen Engelſche fregat, bijna al wat hef aanboord had daar gelaten had. De Griekſche vloot heeft die plaats van alle benoodigheden voorzien, en men verneemt dat na deze aangebragte hulp en het verlies der belegeraars, het beleg door den Seraskier is opgebroken. Deze laatſte bijvoeging verdient echter nog bevestiging.
Uit een brief van Zante van den 28 Julij verneemt men, dat Misſolunghi, na de kpmst van den turkſchen Groot-Admiraal geen ontzet te hopen had, maar dat het proviand genoeg had en door vier en twintig honderd man verdedigd werd. Het kamp van den Seraskier, welke de plaats belegert, werd op 18 duizend man begroot en men berekende, dat, zoo Misſolunghi viel, de Seraskier wel over meer dan vijf en dertig duizend zoude kunnen beſchikken. Jusſuf-Pacha was met 2000 man van Patras naar Gastuni opgebroken en had de ſchoonſte dorpen dier ſtreken te vuur en te zwaard vernield.
Den 27ſte heeft er te Zante een oproer plaats gehad. Van ds forteres werd de Griekſche vloot gezien, die uit de Levant kwam en dadelijk zond een zekere Cochini, een Agent van de turken, een vaartuig naar Patras, om den Kapitan Pacha hiervan kennis te geven. Het volk, hierover verontwaardigd, liep daarop te zamen en begaf zich naar het huis van dezen turkenvriend en ſloeg er alle de vensters in, waarna het ook het huis van een zekeren Avram, die mede tot de turkſche partij behoort, plunderde. Verſcheiden der oproermakers zijn gevat.
De Griekſche vloot is den 28ſten in het gezigt van Zante gekomen, noordwaarts, naar Kaap Papa koerſende; doch daar zij digt langs de kust van Morea zeilde, konde men niet wel het getal der ſchepen onderſcheiden; ſommigen zeiden, dat zij veertig en anderen, dat zij vijftig vaartuigen ſterk was.