Leydse Courant/1827/Nummer 157/Zee-tijding

Uit Wikisource
Leydsche Courant, 1827, Nr. 157 (maan­dag 31 december 1827)

‘Zee-tijding’ door een anonieme schrijver, [p. 4].

[ 4 ]

ZEE-TIJDING.

 Sedert onze laatste zijn in Tessel binnengekomen P. van Duivenbode, van Leith, P. Kraaij, naar Batavia, H. Sluik, naar Bilbao, F. C. Claus, naar Surinamen; de drie laatste terug uit Zee, R. C. de Groot, van St. Ubes, G. Jordan, van Alexandrien; deze beide zijn van de quarantaine ontslagen.
 Uitgezeild J. P. Jelsma, naar Londen.
 In het Vlie binnengekomen H. H. Middel, van Hull.
 Den 20 November is per Zijner Majesteit fregat de Javaan, na eene reis van 13 dagen van Port-Mahon, wel te Smijrna aangekomen de Heer Jacob van Lennep, Consul-Generaal der Nederlanden aldaar.
 Kapt. J. J. Oltmans, van Caën in Tessel binnen, heeft den 25 Dec., hebbende Ostende Z. O. van zich, in goede staat zeilende gezien twee driemast-schepen, een van dezelve scheen een Nederlandsch te zijn, en veel volk aan boord te hebben.
 Aangaande het schip Augusta, Kapt. J. F. Scherlau, van Riga naar Amsterdam, te Swinemunde binnengeloo- wordt van daar, in dato 21 Dec., nader gemeld, dat de Kapt., behalve door bekomen lek en schade, door ziekte en afgematheid van het volk, genoodzaakt is geweest aldaar binnen te loopen; men was reeds begonnen met het lossen der lading, van welke tot dusverre, weinig nat bevonden werd.
 Het schip Rudolf, Kapt. J. C. Schmidt, van Amst. naar Riga , mede te Swinemunde binnengeloopen, was den 20 December van de geledene schade hersteld; men wist echter nog niet of hetzelve zoude blijven overwinteren dan wel de reis vervolgen.
 Het schip Adele, Kapt. G. Jansen, van Neustadt naar Amsterdam, is den 5 December met verlies van zeilen te Raunsund (op Christiaansand binnengeloopen.
 Het schip Johanna Hillegonda, Kapt. J. D. Flik, van Koningsbergen naar Amsterdam, was, volgens een brief van Rendsburg van den 20 December toen aldaar nog liggende.
 Kapt. J. K. Hazewinkel, voerende het schip de Vrouw Zwaantje, van Dantzig naar Amsterdam, meldt van Rendsburg in dato 22 December, dat hij aldaar nog liggende was, doch het voornemen had om de volgende dag zijne reis voort te zetten.
 Het schip Fennegina, Kapt. G. Ditmers, van Dantzig naar Harlingen, lag den 22 December nog in goede staat te Tonningen.
 Arrivementen: Te Anjer Kapt. D. Grim, van Amst. naar Batavia; te Vera-Cruz L. Heykoop, van Rotterdam; te Baltimore R. Leslie, van Amsterdam; te Smirna G. J. Meeuw, van Rotterdam laatst van Maltha, A. van der Linden, van dito, laatst van dito, alsmede een Vlaardingsche hoeker, welke door de Grieken ter waarde van cirka ƒ 8000 is beroofd geworden, P. Muller, van Amsterdam, laatst van Maltha.