Limburg's Jaarboek/Jaargang 33/Beschrijving van enkele Roerm. gebouwen

Uit Wikisource
Beschrijving van enkele Roerm. gebouwen
Auteur(s) Anoniem
Datum 1927
Titel Limburgsche Schetsen. Beschrijving van enkele Roerm. gebouwen.
Tijdschrift Limburg's Jaarboek
Jg, nr, pg 33, 3-4, 121-123
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

[121]


Beschrijving van enkele Roerm. gebouwen.

      Steenen Trappen, thans klooster St. Joseph v. h. Arme Kind Jezus, Neerstraat. In Cartouche boven in fronton 1666 en voorletters van den naam des stichters P(eter) V(an) B(oshuijsen). Is gebouwd voor den stichter en zijn schoonzoon de Pollart, die met zijn eenige dochter Rosa getrouwd was. Daarom is het huis door een muur in tweeën gedeeld, heeft twee kelders en twee woningdeuren naast elkander. Zeer symetrisch gebouwd. Acht vensters breedte met hardsteenen onderbouw; over de breedte der vier middenvensters iets vooruitspringend. Bekroning door consolelijst. Het middengedeelte schiet ééne verdieping hooger op. Balkon op drie zware consoles. De houten deuren zijn in 1724 aangebracht.
      Huis Drehmans, Brugstraat 7; oud koopmanshuis. Laat gotische gevel, van baksteen en natuursteen. Eerste verdieping: boven ieder der drie vensters twee halfronde boogjes tweede en derde verdieping boven elk venster rijke blinde traceering. Trapgevel met overblijfsels van hoekpinakels.
      De gevel is beneden gemoderniseerd.
      Huis Au Cheval Blanc, thans Loven, Marktstraat 18, oudtijds gesticht door den koster der Munsterkerk, een koopman, wiens familiewapen, onder boven de ingangsdeur staat, in 1767; rijk versierde renaissance-gevel in hardsteen, drie verdiepingen hoog, versierde vensterlijsten en bovendorpels, waaroverheen gegolfde kroonlijsten. Bovenkroonlijst eenvoudig. Paardje op eerste verdieping met opschrift.
      Groot Seminarie, oud Karthuizer klooster, gesticht door Graaf Gerhard III, einde XIVe eeuw, het klooster heette Bethlehem, bleef bestaan tot 1783; door Joseph II gesupprimeerd. In 1841 Groot Seminarie. Kerk einde der XVe eeuw, orgel modern; boven de ingangsdeur het Oostenrijksche wapen. In de vroegere kapittelzaal stergewelf. Daar naast de refter van 1748. Ingangspoort op binnenplaats van 1773; kloostergang, gebouwd in 1743, ziet er zeer antiek uit.
      R. H. Burgerschool, oud Jezuitenklooster. Johannes van Leuven stichtte in de Lombardstraat een klooster van reguliere kanunniken van de orde van den H. Hieronymus.


[122]


– 122 –

Dit bleef tot 1569, toen het aan bisschop Lindanus tot woning afgestaan werd.
      Bisschop Jacobus à Castro gaf de gebouwen in 1611 aan de Jezuieten, die er eene school van vijf klassen in vestigden. In 1773 hield deze op, daarna kwam er een Latijnsch college in, in 1864 de R. H. B. school. Enkele mooie zolderingen.
      Paleis van Justitie, oud bisschoppelijk paleis, in 1666 op grootscher plan vernieuwd, na den grooten brand van Roermond op H. Drievuldigheidsdag 1665. Een jaarschrift wijst dit aan;

Eugenius Albertus D’Allemont.

      Door proces tusschen het Rijk en de gemeente, waarbij men zich op verjaring beriep, aan de regeering gekomen. Monumentaal tweevleugelig ingangshek.
      Hervormde Kerk, oude Minderbroederskerk, gesticht Ao. 1307 door graaf Reinald I. In 1572 bij de inname van Roermond door Prins Willem I verwoest, in 1576 hersteld. In 1794 Oostenrijksche kazerne, daarna Fransch hospitaal met de Minderbroeders als verplegers, die in 1797 voor goed verdreven werden. In 1821 koorgedeelte tot Protestantsche Kerk ingericht. In 1906 gerestaureerd door Dr. P. J. H. Cuypers. Het koor is eenigszins ouder dan de kerk. Driebeukige, baksteenen – Vlaamsch verband – hallenkerk van zes traveeën, 5/8 koorsluiting, zware vierkante hardsteenen peilers. Omdat vroeger de verdwenen kloostergebouwen aan de kerk aansloten, staan de vensters der zuidelijke beuk op grooter hoogte, dan de noordelijke. Muren twee meter dik. Schilderwerk en gewelf gerestaureerd met wapens Lindgen en Pallant. Verschillende grafsteenen: Hoeufft, Puytlinck, Cicogna, van Bree, enz.
      Rattentoren, oude vestingtoren kortbij de kathedraal op het oude kerkhof uit de XIVe eeuw.
      De toren is cylindervormig en van concentrische steenen van 0,28 M. opgetrokken. Het onderste gedeelte ter hoogte van vier meter is eenigszins kegelvormig, dus naar boven afnemend.
      Binnenin vindt men twee overwelfde verdiepingen. Van de vestingmuur kon men in de bovenverdieping treden,


[123]


– 123 –

Het bovenstuk van den toren is verdwenen. Bij de afbraak der vestingwerken in 1782 en 1819 is deze toren gespaard.
      De Roerbrug, Steenenbrug of Maria Theresiabrug. Slechtenhorst zegt, dat er in 1653 een kostelijke brugge van blauwen Namenschen steen over de Roer bestond. 1 Januari 1764 werd deze vernield. Ze werd op last van Maria Theresia in 1771 herbouwd in Namenschen steen en heeft 4 ronde bogen. De pijlers zijn voorzien van ijsbrekers. Omdat er in 1771 nog scheepvaart in de Roer bestond, zijn de middelste pijlers hooger dan de buitenste.
      Stadhuis, in 1665 afgebrand en in 1700 in baksteen herbouwd. In 1906 is het balkon dat in ’t begin der 18e eeuw verdween, hersteld. In het stadhuis de portretten der Oostenrijksche heerschers, twee oude bekers en perkamenten handschriften met miniaturen.
      Prinsenhof, thans Louisahuis, in 1665 afgebrand, herbouwd volgens het plan van den bouwmeester Bertholet, was in 1700 voltooid 7 Sept. 1741 het Prinsenhof, toen kommandantshuis, geruild tegen twee huizen op de Markt, om het tot Hospitaal te maken. In 1850 en later door Jonkvrouw Maria Louisa de Pollart rijkelijk bedacht en Louisahuis genoemd. Het gebouw bevat nog de oude hoofdtrap en schouwen. Het Oostenrijksche wapen in den gevel is geschonden, door de Franschen afgekapt.
      Kathedraal, begin 1400 gebouwd; begonnen in 1410. Het Sacramentskoor gebouwd om 1458, het O. L. V. koor in 1489.
      De toren bestaat uit vier verdiepingen, de drie onderste met de kerk gebouwd, de vierde in 1604. Kap en uurwerk zijn verschillende malen vernieuwd.
      In 1892 brandde de toren af, herbouwd door den architect Weber, in 1922 de spits afgewaaid. Branden 1554, 1665, 1710, 1790, 1819, 1892.
      De Munsterkerk, gebouwd 1218—1224. Romaansche en gothieke vormen. Gelijkt op vele Rijnsche kerken op Limburg aan de Lahn, Andernach, Maria Laach, de Apostelkerk in Keulen enz. Met een grafmonument der stichters: graaf Gerard III en Margaretha van Brabant.