Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 214-215/Sittard, 23 Dec.
‘Sittard, 23 Dec.’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Limburger Koerier, zaterdag 24 december 1892, tweede blad, [p. 2]. Publiek domein. |
[ tweede blad, 2 ]SITTARD, 23 Dec. Door een onbekende oorzaak werd in den afgeloopen nacht een schuur met grooten voorraad veldvruchten, toebehoorende aan de gebr. N. en J. Martens alhier, een prooi der vlammen. Alles was verzekerd; de schade is aanzienlijk, – men begroot ze op f 2500. Door gebrek aau water is niets gered kunnen worden.
– Onze stad heeft in de laatste weken veel werk aan de justitie gegeven. Niet minder dan drie zaken werden door de rechtbank te Maastricht berecht. In de eerste plaats had zich J. Kilkens, arbeider, te verantwoorden wegens huisvredebreuk en wederspannigheid. In beschonken toestand in de herberg van Vaessen zijnde, wilde hij zich daaruit, ook op verzoek van den veldwachter Kleinjans niet verwijderen. Hij kreeg 1 maand gevangenisstraf, waarin hij over de gevolgen van zijne daad kan nadenken.
De tweede weerspannige was P. J. Haan, daglooner. Ook hij had zich tegen de politie, die hem wegens zijn kennelijken staat wilde arresteeren, verzet. Hem werd ook eene gevangenisstraf van 1 maand opgelegd.
De „Dritte im Bunde“ was de glazenmaker B. Salvini. Deze kon niet goed toezien, dat zijn neef, die door de marechaussée krachtens een bevel van den officier van justitie werd aangehouden, werd weggevoerd. Hij verzette zich tegen de mannen der wet, welk verzet lichamelijk letsel ten gevolge had, en werd daarvoor tot 45 dagen gevangenisstraf veroordeeld.
– Alhier heerscht onder kinderen en halfvolwassen personen eene ziekte, die besmettelijk schijnt te wezen. De lijders worden lusteloos, de hals- en oorklieren zwellen op, terwijl de tong en lippen beginnen te vervellen. Na verloop van 4 a 6 dagen zijnde lijders genezen. Ook elders, o. a. te Eijsden, zou zich die kwaal vertoond hebben.
– – –