Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 216/Nederweert, 27 Dec.
‘Nederweert, 27 Dec.’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Limburger Koerier, woensdag 28 december 1892, tweede blad, [p. 3]. Publiek domein. |
[ tweede blad, 3 ]NEDERWEERT. 27 Dec. Meldden wij onlangs een diefstal van geld en kostbaarheden bij eene winkelierster alhier, thans heeft een nog brutaler diefstal plaats gehad.
Zondag jl. onder de Kerstmis is ingebroken bij den arbeider Jan Linssen, op Staat alhier. De vrouw was naar de Kerstmis, terwijl de man nog te bed lag. Met een of ander voorwerp, is de deur opengebroken, want de kram van het slot was verwijderd.
Om niet te worden overvallen, heeft de dief de deur tot het slaapvertrek van den eigenaar, – het gezin bezit slechts 2 vertrekken – versperd. Op de klink was eene pen gestoken, terwijl eene tafel nog voor de deur was geschoven. Ook het venster van buiten was versperd.
Nu had de dief vrij spel. In de kast was alles het onderste boven geworpen. Bij later onderzoek is gebleken, dat de dief 180 gulden ongeveer, aan geld, een paar rokken van de vrouw en eenige bedlakens heeft meegenomen.
Toen de eigenaar omstreeks 5 uren het slaapvertrek wilde verlaten, – de Kerstmis begon reeds om 4 uur – vond hij de deur dicht. Met geweld echter liep hij toch de deur open, en kwam toen tot de droevige ontdekking, dat hij bestolen was. Het geld, afkomstig van eene erfenis werd door het gezin, dat overigens met hard werken zijn brood moet winnen, als een appeltje voor den dorst bewaard.
De man heeft van alles niets gehoord[.]
Onmiddellijk werd bij de politie aangifte gedaan. Deze heeft wel reeds bij een paar personen huiszoeking gedaan, doch zonder gevolg. Hat goud van de vrouw, in eene lade van de kast, is niet meegenomen. Het is te hopen, dat de politie den dader ditmaal op het spoor kome. Wellicht is het geen onbekende geweest; wie zou anders zooveel geld in zulk een huisje hebben gaan zoeken? De lui zullen onderhand bang gaan worden.