Limburger Koerier/Jaargang 48/Nummer 1/Uit Frankrijk

Uit Wikisource
‘Uit Frankrijk’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Limburger Koerier, maandag 2 januari 1893, [p. 2]. Publiek domein.
[ 2 ]

Ontzettende worsteling.

 Uit Frankrijk. – Maandag-avond waren de bezoekers van de diergaarde Pezon, te Limoges, ooggetuigen van een gevecht tusschen een leeuw en een beer. De beer, die het eerst kunsten moest verrichten, kwam de algemeene kooi binnen en de leeuw Leo, een prachtig dier, slaagde er, op onbekende wijze, in, de schuif van het hok open te maken, dat hem van de algemeene kooi scheidde. In een seconde tijds hadden de twee dieren elkander te pakken en weldra vloeide bloed: de krachten der strijders bleken echter niet gelijk te staan en de beer werd ter aarde geworpen.
 De directeur Pezon en al de personen van zijn personeel sloegen met ijzeren stangen door de tralies heen, op de dieren los om ze te scheiden en hierin slaagde men ten slotte, na heel veel moeite, onder de toejuichingen van het publiek, dat eenige minuten van angstige spanning had doorgebracht. De beer Diana is ernstig gekwetst, het been van een der pooten ligt geheel bloot en kop en zijden zijn met verwondingen overdekt, waarvan enkele vrij gevaarlijk zijn.

Een Kunstijsbaan.

 Reeds vóór een drietal jaren werden te Parijs pogingen aangewend om den liefhebbers van schaatsenrijden een overdekte ijsbaan te verschaffen, onafhankelijk van den stand van den thermometer. De machines, die gebezigd werden om de baan voortdurend in bevroren toestand te houden, bleken echter daartoe onvoldoende, en eerst sedert 1o. October jl. bezit Parijs in de rue Clichy eene ijsbaan, waar men van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat naar hartelust kan schaatsenrijden, al is het buiten zomerweer. De machines bestaan in 2 stoommotoren, elk van 50 paardenkracht, naar het systeem Corliss, welke twee dubbelwerkende bevriezingsmachines volgens het stelsel-Fixary in werking brengen. Deze laatste machines zijn pompen, welke gasvormigen ammoniak vloeibaar maken. Dit geschiedt doordien het gas in de condensators door het water der stedelijke leiding wordt afgekoeld; de vloeibaar geworden amoniak wordt dan in groote reservoirs of koelbakken vergaderd. Hier ontwikkelt het gas, doordien het uit den vloeibaren in den gasvormigen toestand terugkeert, de noodige koude en wordt in dezen toestand in de condensators opnieuw teruggevoerd. Op die wijze wordt de koude steeds door denzelfden ammoniak voortgebracht. De in de koelbakken verwekte koude wordt benut om een onbevriesbare vloeistof (calcum-chloruur-oplossing), welke in slangvormig gewonden buizen midden door de koelbakken vloeit, in temperatuur te doen dalen. Eindelijk wordt deze koude vloeistof door pompen in het buizennet onder de ijsbaan geleid.
 De vroeger genomen proeven mislukten, wijl men destijds den ammoniak rechtstreeks in de buizen onder den ijsvloer bracht.
 De ijsbaan-zelve is 40 meter lang en 18 meter breed. Het fondament is een volkomen ondoordringbare metalen bodem, waarop een laag van cement en kurk rust. Daarop is het buizennet gelegd tot een gezamenlijke lengte van 5000 meter. De snelheid, waarmede de koude vloeistof door de buizen stroomt, kan geregeld worden, en daarmede kan men ook den koude-graad der vloeistof naar behoefte verlagen of verhoogen. Is het buiten tamelijk koud, en geldt het slechts de reeds bevroren ijsvlakte te behouden, dan bepaalt men er zich toe de door de buizen stroomende vloeistof op enkele graden onder nul te houden; wil men echter het oppervlak der ijsbaan of de geheele baan vernieuwen, dan is een koude van 15 gr. tot 20 gr. Celsius noodig. Elken nacht wordt de oppervlakte vernieuwd. Hen verwijdert daartoe eerst de door de schaatsen afgekraste ijsdeeltjes en zet vervolgens de baan onder water. Opdat bij sterke temperatuurswisseling de buizen niet uit hare ligging geraken en oneffenheden van den bodem veroorzaken, zijn ze zoo geconstrueerd, dat ze als coulissen in elkaar kunnen worden geschoven. Een verdere voorzorg ten behoeve van een gelijkmatige temperatuur van het geheele stelsel is deze, dat de stroom der koude vloeistof niet steeds in dezelfde, maar afwisselend ook in de tegenovergestelde richting circuleeren kan.
 Een deel van de kracht der motoren wordt aangewend voor de electrische verlichting der baan, waarvan de wanden met Noordpool-gezichten zijn beschilderd. Naast de ijsbaan zijn wandelpaden en ook kan men in loges op zijn gemak de sierlijke bewegingen der vlugge rijders gadeslaan.

Griezelige ontdekking.

 Maandag-morgen waren in een kelder van den wijnhandelaar Segnat te Parijs, een paar arbeiders met werkzaamheden bezig en een hunner, zekere Becker, sloeg spijkers in een muur, toen eensklaps een deel van dien muur instortte en een gewelf zichtbaar werd[.] Door nieuwsgierigheid gedreven, namen Becker en zijn kameraad ieder een brandende lantaarn en drongen in de donkere ruimte door.
 Toen zij een twintig stappen hadden gedaan, ontwaarden zij de opening van een put; Becker liet zich aan een touw vastbinden en daalde erin af. Hij vond een groot aantal schedels en beenderen en te midden daarvan twee geweren. Dadelijk stelde de politie een onderzoek in en nu herrinnerde men zich, dat in de laatste dagen der commune, toen de barricade op het Bastille-plein door de troepen van Versailles was ingenomen, een aantal verdedigers er van in het gewelf de vlucht hadden genomen. Daar men ze later niet terug zag, meende men dat de ongelukkige er in geslaagd waren te ontsnappen.
 De arme kerels waren echter integendeel, toen zij in de groeve de vlucht namen, in den put gevallen en hadden daarin een afschuwelijken dood gevonden. De ingang tot het gewelf was kort daarop dichtgemetseld en de heer Segnat, die later eigenaar van het huis werd, had die omstandigheid nooit geweten.

– – – –