Limburger Koerier/Jaargang 56/Nummer 111/Nieuws uit Roermond

Uit Wikisource
Nieuws uit Roermond
Auteur(s) Anoniem
Datum Donderdag 3 oktober 1901
Titel Nieuws uit Roermond
Krant Limburger Koerier
Jg, nr 56, 111
Editie, pg [Dag], eerste blad, [2]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Nieuws uit Roermond.

Zaak Rouleau.

      ROERMOND, 1 Oct. Door den Raad van State is aan den heer F. H. J. Rouleau een schrijven gericht, waarin hem wordt verzocht zijne bezwaren tegen het onlangs genomen Raadsbesluit, waarbij tot zijne niet-toelating als lid van den Raad werd besloten, tegen 11 October in te leveren.

      — Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten gedurende de 2e helft der maand September.
      Binnenland: Jean Veraert, Haarlem; M. Spanjards, Hoogeend; J. Erhardt, Katwijk aan Zee; J. Schuurman, Laren bij Naarden; J. Peeters, Wijk-Maastricht; W. Fokken, Ravenstein; G. Smeets, Venlo en F. van Berhen, Venlo.
      Buitenland: Caspar Essers, M. Gladbach; E. Connel, Londen; Hubert Prinz, Antwerpen; Cath. Leurs, Schaarbeek; M. Bongaerts, Berlijn en Frau Windhausen, Köln.

      — Bij de heden plaats gehad hebbende aanbesteding voor het bouwen van een woon- en winkelhuis voor rekening van den heer H. Poulissen alhier (architect de heer J. Speetjens) werd ingeschreven door: L. Lennards voor ƒ 5850.—, W. Deckers voor ƒ 5678.—, L. Pollaert voor ƒ 4760.— en A. Nijskens voor ƒ 4712.—. Aan den laagsten inschrijver is het werk gegund.

      ROERMOND, 2 Oct. Voor het kantongerecht alhier werd heden behandeld de zaak contra J. J. J. H. R. uit Thorn, beklaagd van Jachtwetovertreding.
      In deze zaak werd als getuige à decharge gehoord J. H. Driessen oud 40 jaren daglooner wonende te Thorn, wiens verklaringen in flagranten strijd waren met die der verbalisanten, waarom door het Openbaar Ministerie werd gevorderd dat Driessen zou worden gevangen genomen als verdacht van meineed, door den heer Kantonrechter werd als zoodanig beslist en werd Driessen door de Marechaussees achter slot en grendel gebracht, terwijl de zaak tegen R. werd geschorst, tot na den afloop van het onderzoek der meineedzaak.