Limburger Koerier/Jaargang 75/Nummer 51/"Expressionisme"

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
„Expressionisme”
Auteur(s) Anoniem en Kurt Schwitters
Datum Maandag 1 maart 1920
Titel Kunst. „Expressionisme”
Krant Limburger Koerier
Jg, nr 75, 51
Editie, pg [Dag], 2
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

KUNST.

„Expressionisme”.

      Ieder land heeft zijn idioten en al zijn ze niet overal even onderhoudend, zegt de Msb., ze vervullen toch met blijmoedige offervaardigheid de taak hun landgenooten door economische nooden en valuta-zorgen heen, eens hartelijk aan het lachen te maken.
      Zoo maakt de „Köln. Volksz.” zich vroolijk over den expressionistischen dichter Kurt Schwitters, van wien een eerste bundel verschenen is. Het Keulsche blad haalt daaruit een stuk minnepoëzie aan, dat waarlijk allerdolst is. Het begint zoo:

      O du, Geliebte meiner Siebenundzwanzig Sinne, ich liebe dir! — Du deiner dich dir, ich dir du mir — Wir?

      Van de geliefde (Anna Blume wordt het arme kind genoemd) heet het dan o. a.:

      „Du trägst den Hut auf deinen Füss enund wanderst auf die Hände”.

      Verder komt het rijtje persoonlijke voornaamwoorden regelmatig terug en wordt aan het einde van het gedicht de volgende „Preisfrage” opgegeven:
                  1. Anna Blume hat ein Vogel.
                  2. Anna Blume ist rot.
                  3. Welche Farbe hat der Vogel?
      En — waarschijnlijk als oplossing — volgt er dan:

      „Blau ist die Farbe deines gelben Haares. Rot ist das Girren deines grünen Vogels”.

      Van den bundel, waarin dit vers voorkomt, verschijnt het 6e tot 10e duizendtal en de uitgever merkt op. „Doodzwijgen is dus doelloos. Kurt Schwitters is nog niet in het gekkenhuis”. De K. V. zegt zulks met levendige voldoening te vernemen.