Naar inhoud springen

Limburger Koerier/Jaargang 83/Nummer 238/Schilderijen-tentoonstelling Roermond

Uit Wikisource
Schilderijen-tentoonstelling Roermond
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 9 oktober 1928
Titel Kunst. Schilderijen-tentoonstelling Roermond.
Krant Limburger Koerier
Jg, nr 83, 238
Editie, pg [Dag], tweede blad, 4
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

KUNST.

SCHILDERIJEN-TENTOONSTELLING ROERMOND.

      — Deze week heeft de Mij. tot exploitatie der Juliana-zalen te ROERMOND, in de Hamstraat aldaar, evenals het vorig jaar, een schilderijententoonstelling georganiseerd, waarop voor het grootste gedeelte Limburgsche kunstenaars exposeeren.
      De tentoonstelling is interessant. Er is belangwekkend werk bij, al dient er aanstonds bijgevoegd, dat enkele inzendingen beter niet konden zijn ingezonden.
      Van H. van den Avoort, Nijmegen, valt te roemen de moderne, strak gehouden behandeling van het meisjesportret (no. 2) en bij het genre landschappen de zeer sterke, glans-lichte en toch rustige atmosfeer van het riviergezicht bij Hainaut (no. 5).
      Hub Corbey, SITTARD toont zich blijkens zijn inzending schilderstukken, pastels en houtsneden, een conscentieus teekenaar, die echter, met name in de pastels, nog niet geheel boven zijn materiaal staat.
      Van Ch. Hollman, MAASTRICHT is een vrij belangrijke groep werken aanwezig, waarin zijn naar het mysterieuze neigende romantiek zich in sprekend coloriet uiting geeft. Van het mysterieus-romantische genre vermelden we als type het impressionistisch „Oostersche haven” (no. 22), van het romantisch-mysterieuze het stuk „Vroeg aan den arbeid” (no. 28), terwijl van een fijn coloriet „Bloesemboom” (no. 24) blijk geeft, Ook de ochtend- en avondstemming der Maasvallei (31 en 32) zijn sprekend in wel-doorvoelde sfeer-kleurgeving.
      M. G. Hölscher, ROERMOND brengt een aantal studies, schetsen, enkele landschappen en stillevens; als een opmerkelijk genre uit zijn oeuvre mogen we vermelden het Stilleven (37), dat een soed specimen is van verteekening.
      Ook J. van der Kooy MAASTRICHT (Yoke) komt met mooi werk op deze tentoonstelling uit. Deze schilder toont een merkwaardigen vooruitgang in de behandeling van het coloriet, zoowel in de groenen van het zomergezicht, als in de bruinen van het herfstlandschap. Van de laatste valt het stuk „Herfst” (no. 45) bijzonder te roemen, terwijl ook de beide heide-gezichten (met heldere en bewolkte lucht) om de kleur-geving zeer geslaagd zijn.
      Joh. Lommel, VENLO legt zich speciaal toe op het genre landschap, bloemen en stillevens; van zijn goede landschappen noemen we den „Duitschen molen” (58), terwijl de „Tinnen vaas” (63) een goed staaltje van gemengde compositie in stilleven en bloemen is.
      Van de houtskool-teekeningen, die Harry Maas, exposeert, vermelden we het portret van den violist (70), deels licht getint, sterk van expressie .
      Piet Peters, VENLO is op deze tentoongtelling vertegenwoordigd met stukken, waarvan het onderwerp voornamelijk uit Christu’s leven is genomen. Het Kruis-stuk „Licht en duisternis” (78) is een in compositie en symboliek goed gedacht stuk, al mag men dan ten aanzien van zijn coloriet voorbehoud maken. Zijn zelfportret (85) en de niet geëxposeerde, maar wel aanwezige, apostelkoppen toonen zijn goede stalen van kloeke, forsche teekening.
      De stijl, waarin Jac. Quasters, WEERT werkt, komt het beste tot zijn recht in het strandgezicht no. 92, dat aan de oudere Hollandsche 19e eeuwers herinnert.
      P. Windhausen Jr., ROERMOND, komt voornamelijk met portret-teekeningen, eenige aquarel-studies, en ontwerpen uit. Loffelijke vermelding om de kleurgeving verdient het stilleven no. 102, terwijl daarnaast de aandacht verdient het ontwerp voor glas in lood (109), dat met het ontwerp-kussen (112) vooral om de compositorische gedachte waarde heeft.
      Van Therèse van Berckel MAASTRICHT zijn de bekende vlot gedane kinderfiguurtjes interessant, waaronder „„De brief” no. 114) wel den palm wegdraagt.
      J. Habets, IJmuiden geeft enkele om het onderwerp belangwekkende pastels, verder eenige aquarels en penteekeningen. De onder Japanschen indruk opgezette aquarel „Zeedennen” (no. 122) is daarbij zeer zeker vermelding waard.
      A. v. d. Heyden, KERKRADE exposeerde slechts één schilderij, „Dahlia’s” (126) dat zich echter onder de bloemstukken onderscheidt door een zeer gehouden, mooie kleurengamma.
      Daarnaast noemen we direct het „Zonnebloemen” (32) van A. Nols, KERKRADE, waarbij de harmonie der kleuren speciaal goed is in acht genomen; de vaas met enkele en trompetnarcissen van denzelfden bloemenschilder is voorts een goed staaltje van aquarel-kunst.
      Jac. Stroucken, ROERMOND, die bloemenstukken en landschappen inzond, heeft daarnaast een „Stadsgezicht” (138), dat een artistiek in grijs-blauw gehouden nachtelijk wintergezicht biedt, hetwelk om zijn soberen eenvoud treft.
      Een veelzijdig kunstenaar toont zich J. van de Laar, ROERMOND, met zijn bloemen, figuren, landschappen en watergezichten. Van zijn bloemenschilderingen vermelden we „Klaprozen” (142) om de mooie, warme „rooden”, en het kleine riviergezichtje, dat zich door een bijzondere tonaliteit onderscheidt.
      Uit de nalatenschap van den overleden schilder J. Berends, ROERMOND zijn een aantal pastels en schilderijen op deze expositie aanwezig; de pastels toonen met de olieverven dikwijls een treffende overeenkomst in het aangewende rose-paarse kleuren-gamma. Van bijzondere artistieke kwaliteit is het buiten cataloog om geëxposeerde schilderij van afgemaaid stoppelveld met korenmijten, dat aantrekkelijk is om zijn blonde atmosfeer.
      L. Rulkens, ROERMOND geeft eenige portretten, waarvan vooral het Damesportret (161) treft om zijn goede tonaliteit.
      Buiten cataloog om vermelden we nog de stukken van v. d. Loo, LINNE, die verreweg het beste is in de kleine vrouwenfiguren.
      Eveneens niet vermeld staat in de gids het werk van M. van Sijben, MAASNIEL, die echter een kunstenaar is; naast een bijzonder mooi blank bloemstuk, geeft deze schilder bij voorkeur kinderfiguurtjes aan het strand (meest krijtteekening) waarbij het vlakdoezelwerk in zijn ijlheid toch sterke effecten te weeg brengt; no. 175 is b.v. van bijzondere, lichtende zonnigheid.
      Verder vermelden we nog de inzendingen van mej. Groenendaal, ROERMOND en J. Smits, HOENSBROEK, terwijl de stukken van mej. Nijst, MAASTRICHT, bij de opening niet aanwezig waren.
      Op de tentoonstelling is voorts nog aanwezig mooi meubelwerk van Jac. Mooren, en de firma E. Raymann en Zn. beiden te ROERMOND, wier fraaie ontwerpen de expositie sieren, evenals de tapijten-inzending van Smeets-Lücker aldaar.