Zondag a.s. zal de Z.Eerw. Heer Pastoor J. W. Llnssen te Hunsel zijn gouden Priesterfeest vieren. De parochianen hebben bij deze gelegenheid iets schoons tot stand gebracht.
Hoewel de Middeleeuwsche kerk van Hunsel waarschijnlijk een eeuw geleden heeft moeten plaats maken voor een eenvoudigen bouw, zoo mogen wij toch de voldoening hebben in den kerktoren nog den vertegenwoordiger te zien van het degelijke en mooie werk, dat onze voorouders in de twaalfde en dertiende eeuw in onze streek aan hunne godshuizen uitvoerden.
Daarmede in goed verband werd in de 19de eeuw nog voordat de liefhebberij voor onbegrepen spitsboogjes en magere steunbeeren zich veld baande, een flink, ruim schip gebouw, omgeven door zware baksteenmuren, terwijl de zoldering tusschen de kapbalken inwendig werd verhoogd.
Toen de herder dezer parochie steeds meer en meer de noodzakelijkheid eener uitbreiding van het gebouw inzag en de last van ruimtegebrek door de parochianen werd gevoeld, werd besloten, met behoud van de gezonde oude deelen, de kerk te vergrooten in Oostelijke richting.
Immers het bestaande koor en de kleine oude sacristie hadden al zeer weinig praktische en aesthetische waarde en konden zonder schade worden afgebroken.
Het priesterkoor kon nu verdiept worden en aan Noord- en Zuidzijde door een lager, maar ruim transsept worden geflankeerd. De sacristie en de plaats van de verwarmingsinstallatie werden achter het koor aangebracht.
Op deze wijze kwam het hoofdaltaar te staan te midden der drie kruisarmen.
Vele geloovlgen zijn nu in veel inniger verbinding gekomen met de kerkelijke plechtigheden.
In een der dwarsarmen, die door een tweebogige arcade verbonden zijn met het canctuarium zijn de kinderen op passende bankjes geplaatst. Drie communiebanken omgeven het koor.
Bij deze vergrooting der kerk paste ook een grooter hoogte van den toren. Nadat er een verdieping was opgemetseld werd de oude spits gehandhaafd, zoodat deze 8-hoekige spits het Middeleeusch karakter van den toren bewaart.
Bij den uitbouw werd getracht de degelijke eenvoudig vormen van het schip der vorige eeuw met zijn halfrond afgesloten vensters door te voeren. Uiterlijk moest de landelijke gesloten massa gehandhaafd worden.
Inwendig wint de ruimte aan indruk, doordat de gebogen plafonds tot in de kap zijn doorgevoerd. Aan weerszijden van het schip werden smalle, vlak afgedekte zijbeuken uitgebouwd, uitsluitend als doorgang en voor oefening van den H.Kruisweg. Hulde en dank komt voorzeker toe aan de architecten Ir. Joseph en Pierre Cuypers onder wiens leiding de verbouwing van de kerk door de aannemers Gooden van Meyel degelijk en met zorg werd uitgevoerd.
Deze bouwkundigen hebben toch van het oude bouwvallig kerkje volgens deskundigen weten te maken een van de mooiste kerken van den omtrek.
Nu nog iets over de beschildering, het inwendige der kerk en het hoofdaltaar.
De muren zijn in hoofdzaak wit gebleven.
Daarop spreken de meubels alle door hun kleur: als de Zuid-Limburgsche zandsteen van de altaartombe en de zuilen met hunne voetstukken en kapiteelen: de hardsteen van de oude en nieuwe altaardeksteenen; het eikenhout van banken en biechtstoelen, maar ook van den bovenbouw van het hoofdaltaar.
Door een sobere beschildering in heldere tinten van de architectonische hoofdvormen is een verband gelegd tusschen wanden, vloer, plafond en de kerkmeubels en oksaalbetimmering. De vier travéën van het schip gaven gereede aanleiding hierop den geloovlgen de 8 Zaligheden, in tekst geschilderd in herinnering te brengen.
Naast deze beschildering der gansene kerkruimte vormt het thans voltooide hoofdaltaar het belangrijkste middelpunt van hetgeen de parochianen van Hunsel tot stand hebben gebracht bij gelegenheid van het Gouden Priesterfeest, dat hun beminden Herder Paaschdag gaat vieren.
Op den massieven steenen onderbouw van het hoofdaltaar rust het brandvrije metalen tabernakel met de dubbele fijn beschilderde deur.
Daarboven verheft zich een teakhouten boven bouw als achtergrond voor de expositietroon die bestaat uit een fijn bewerkte halfcirkelvormige kroon, waaruit de witte zijden gordijnen over de expositieplaats neerhangen. Een gewolkte boog verbindt halfcirkelvormig de beide einden der kaarsenbanken, waarnaast op vaste houten posten engelen als lichtdragers rusten, lichtend naar het midden met het breede kruis, waaraan het Christusbeeld en daarnaast Maria en St. Jan ons het offer van Calvarieberg in herinnering brengen.
Zoo is getracht het altaar duidelijk te doen spreken tot de kerkbezoekers en toch geen liturgische overtollige werken op het altaar te brengen.
Nog kan worden vermeld, dat voor de zij-altaren de betimmering gedeeltelijk werd bewaard, als ook de preekstoel, die wel twee eeuwen oud kan zijn.
Verschillende vlakreliëkoppen van apostelen kerkvaders en profeten, afkomstig van niet meer aanwezige meubelen konden weer een plaats vinden op eikerhouten wandborden.
De afbouw van het hoofdaltaar en de muurbeschildering werden uitgevoerd door de kunstwerkplaatsen Cuypers en Co. te Roermond, terwijl de prachtige nieuwe kruisweg vervaardigd is door den schilder Windhausen uit Roermond.
De nieuwe kerkbanken zijn volgens ontwerp van de heeren Cuypers en Co, geleverd door Gebr. Gooden te Meyel.
De parochianen van Hunsel kunnen trotsch zijn op hunne kerk, kunnen, omdat het werkelijk een juweeltje is, en mogen, omdat zij door hunne milde bijdragen den Zeereerw. heer Pastoor Linsens en het kerkbestuur in staat gesteld hebben dit werk te beginnen en te voltooien. Een naam mogen wij, zonder iemand te kwetsen, in dit verband wel noemen, n.l. dien van den ijverigen kerkmeester koster Vleeschhouwers die zich alle moeiten en opofferingen getroost heeft, om alles in de puntjes verzorgd te krijgen.