RAADHUIS-KWESTIE TE ECHT
Verbouwing van het oude of een nieuw. - Beslissing hedenavond te verwachten.
ECHT. – Het Raadhuis te Echt gebouwd in 1887 onder architectuur van dhr. Kaiser te Maastricht en onder opzicht van architect Jan Speetjens, opgetrokken in Renaissance-stijl vormt een sieraad voor de gemeente. Wegens de uitbreiding van de administratie, voor een groot deel mede veroorzaakt door de crisisdiensten, is de inrichting echter zoo ondoelmatig geworden, dat zij niet meer aan minimale eischen voldoet.
En zoo staat de gemeente thans voor de onvermijdelijke keuze: verbouwing of nieuwbouw van een raadhuis dat wat inrichting betreft, aan de eischen van den tijd beantwoordt en tevens de groote gemeente Echt met haar meer dan tienduizend inwoners waardig is.
Het is volkomen te begrijpen en alleszins te waardeeren, dat Burgemeester en Wethouders van Echt op de eerste plaats grondig de mogelijkheid hebben onderzocht, of met een verbouwing kon worden volstaan. Ten eerste, omdat het in dezen tijd van gewicht iS en noodzakelijk, om zoo sober mogelijk met de gemeente-financiën om te gaan en ten tweede, omdat het uitwendige van het thans bestaande gebouw door iedereen wordt geapprecieerd en men algemeen van gevoelen is, dat de sierlijke vormen en het deftige uiterlijk overeenstemmen met de waardigheid van het gebouw. Aan den bouwkundige, dhr. Hub. Delsing te Echt, werd daarom opgedragen de mogelijkheid van verbouwing te onderzoeken en een voorloopig plan op te stellen. De begrooting van deze verbouwing nu, is zooals wij reeds eerder meldden, ca. f 25.000,–. De vraag is echter: is een verbouwing afdoende? Verschillende deskundigen aan wie het plan werd voorgelegd, verklaarden, dat een verbouwing volgens dit ontwerp, bij een normalen groei der gemeente, dus zonder abnormalen aanwas der werkzaamheden, gelijk in de laatste jaren, voor een tijdvak van vijftig jaar afdoende is. Ook de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten achtte de inrichting van het gebouw, bij normale ontwikkeling der administratieve werkzaamheden, beantwoordend aan de te stellen eischen.
Volgens dit plan wordt aan het uitwendige zoo goed als niets of misschien wel heelemaal niets veranderd. De hoofdingang is gedacht door de groote deur midden op de Plats. Daar worden evenwel geen veranderingen aangebracht. De hoekingang, thans hoofdingang, bekleedt in het ontwerp een meer ondergeschikte functie. Wel bestaat de mogelijkheid, dat de deur tusschen beide ingangen zal verdwijnen. Hier zou dan een raam komen van gelijken vorm en dezelfde grootte als de overige beneden
Ook is in het plan een uitbreiding van den achterbouw opgenomen. Voor de rest heeft het verbouwingsplan dus alleen betrekking op het inwendige. De hoofddiensten: Burgemeesterskamer, gemeentesecretarie met bevolkingsregisters, etc., kantoor van den ontvanger komen in de benedenzalen. De raadzaal blijft in het plan op dezelfde plaats als tegenwoordig; alleen zal er het kantoor van den ontvanger bij getrokken worden, zoodat de raadzaal grenst aan het bordes op den hoek.
Dit zijn zoo de hoofdlijnen van het hierboven genoemde verbouwingsontwerp, dat de eerste mogelijkheid van een bevredigende oplossing der raadhuiskwestie vormt; de andere is: nieuwbouw.
Een nieuwbouw echter eischt met aankoop van bouwterrein, en de noodzakelijke aanschaffing van geheel nieuw meubilair, de in dezen tijd niet onbelangrijke som van minstens f 80.000.–. Terwijl verder nog de vraag open blijft, of het tegenwoordige gebouw op economische wijze voor andere doeleinden zal gebruikt kunnen worden.
Daar de raadhuiskwestie hedenavond op de agenda van den gemeenteraad staat, zullen onze vroede vaderen nog een zeer belangrijke beslissing moeten nemen Een beslissing, die intusschen door alle inwoners der gemeente met een zekere spanning tegemoet wordt gezien.
|