Limburger Koerier/Jaargang 97/Nummer 180/Oudheidkundig bodemonderzoek

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oudheidkundig bodemonderzoek
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 4 augustus 1942
Titel Oudheidkundig bodemonderzoek
Krant Limburger Koerier
Jg, nr 97, 180
Editie, pg [Dag], 2
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

OUDHEIDKUNDIG BODEMONDERZOEK

      ’s-GRAVENHAGE. – Bij beschikking van den Secretarsi-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming zijn erkend als lokale instellingen, als bedoeld in de Regeling betreffende het oudheidkundig bodemonderzoek:
      1o. Het Provinciaal Oudheidkundig Museum van Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, te MAASTRICHT, met als ressort de geheele provincie Limburg en in het bijzonder Zuid-Limburg, in het noorden tot en met de gemeenten Bunde, Meerssen, Valkenburg-Houthem, Hulsberg, Klimmen, Schin op Geul, Wijlre en Wittem;
      2o. Het Gemeentelijk Oudheidkundig Museum, te HEERLEN, met als ressort de gemeenten Schinveld, Merkelbeek, Brunssum, Amstenrade, Hoensbroek, Nuth, Schimmert, Wynandsrade, Voerendaal, Simpelveld, Bocholtz, Heerlen, Scheijdt, Kerkrade, Eijgglshohoven, Grevenbicht, Susteren, Roosteren, Worms en Rimburg;
      3o. Het „Museum Dokter Beckers”, te BEEK, met als ressort de gemeenten Geulle, Ulestraten, Spaubeek, Beek, Elsloo, Stein, Urmond, Geleen en Schinnen;
      4o. „Museum Het Land van Sittard”, te SITTARD, met als ressort de gemeenten Sittard, Munstergeleen, Oirsbeek, Bingelrade, Jabeek, Limbricht, Born, Obbicht en Papenhoven, Grevenbicht, Susteren, Roosetren, Nieuwstadt, Ohé en Laak, Echt, Stevensweert, Montfort en Posterholt;
      5o. Het stedelijk museum, te WEERT, met als ressort de gemeenten Neeritter, Ittervoort, Hunsel, Grathem, Baexem, Heythuizen, Stramproy, Weert en Nederweert;
      6o. Het Gemeentelijk Museum, te ROERMOND, met als ressort de gemeenten Roermond, Haelen, Horn, Beegden, Herten, Maasbracht, Linne, Odiliënberg, Melick en Herkenbosch, Vlodrop, Maasniel, Swalmen, Buggenum, Nunhem, Neer, Beesel, Heythuizen, Roggel, Meijel, Grathem, Heel en Panheel, Wessem, Thorn en Ittervoort;
      7o. Het Folkloristische Museum van het monumentale Kerkje, te ASSELT, met als ressort de gemeenten, vermeld onder 6o.
      8o. De Tegelsche Oudheidkamer, te TEGELEN, met als ressort de gemeenten Tegelen, Venlo, Belfeld, Arcen en Velden, Maasbree, Helden, Horst en Sevenum;
      9o. Het Gemeentemuseum, te VENLO, met als ressort de gemeenten, vermeld. onder 8o., en met de bepaling, dat de erkenning ingaat op den dag, dat het museum zal zijn gesticht.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (31 juli 1942) ‘Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming. Locale instellingen oudheidkundig bodemonderzoek’, Nederlandsche Staatscourant, p. 4.
  • Anoniem (4 augustus 1942) ‘Oudheidkundig bodemonderzoek’, De Nieuwe Koerier, [p. 2].