Naar inhoud springen

Minnebrieven/Opdracht

Uit Wikisource
Minnebrieven
door Multatuli
Opdracht · Inleiding · Eerste brieven en Geschiedenissen van Gezag
[ 1 ]
Aan den Heer......,
Doctor in de Letteren.


Waarde Heer!

Ik noem u „Waarde Heer” omdat ge een zonderling mensch zijt. De reden, dat ik u dit bundeltje opdraag, ligt in het gevoel mijner verpligting, u ten toon te stellen, wat ik dan ook doe, door de verklaring dat ik u hoogacht.

Hoe, ge zijt maar der letteren Doctor, gij bezit niet den minsten kruijenierswinkel, — nooit waart ge minister of tabakscontractant, en gij verstout u wèl te doen!

Dat roept om wraak! [ 2 ]
 

In naam der geschonden regten van al wat rijk en magtig is, en gedreven door eene onoverwinnelijke jalousie de métier, straf ik u voor uwe uitmiddelpuntigheid, door deze openlijke betuiging mijner sympathie.

Maar,... koop nu een revolver, ― schaf en trek u een wambuis aan, van staaldraad, want denk er aan:

„Charitas odium parit!”


Amsterdam, 8 Junij 1861.
Multatuli.