Naar inhoud springen

Nieuwe Apeldoornsche Courant/Jaargang 13/Nummer 4197/Schilderkunst

Uit Wikisource
Schilderkunst
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 11 april 1916
Titel Plaatselijk Nieuws. Schilderkunst
Krant Nieuwe Apeldoornsche Courant
Jg, nr 13, 4197
Editie, pg [Dag], [2]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Schilderkunst.

      Volgens de algemeene meening heeft van de beeldende kunsten de schilderkunst het meest de publieke belangstelling. Er is inderdaad een breeder publiek, dat iets voelt voor de schilderkunst, dan voor de beeldhouwkunst. Maar de massa-belangstelling is vaag, onbepaald, weinig gemotiveerd. De massa-belangstelling wordt geleid. Ze staat onder den invloed van de sympathieën en antipathieën welke zich vestigen onder het meest ontwikkelde deel van het publiek. En ook op de vorming of wijziging van deze sympathieën en antipathieën werken allerlei invloeden in, vaak geheel vreemd aan de kunst.
      Het best wordt de kunstwaardeering en de juiste waardeering der kunstuitingen in de hand gewerkt, door het inzicht van het publiek in de kunst en in de strevingen op kunstgebied te verdiepen. Alleen als er kennen van de kunstuitingen en een daarop gegrond begrijpen is, kan er sprake zijn van een gemotiveerde belangstelling.
      Het is daarom van niet gering belang voor de verheldering der inzichten van het Apeldoornsche publiek in de moderne schilderkunst, dat Mevrouw Agathe Wegerif—Gravestein hier ter plaatse bij het publiek introduceert den heer Th. van Doesburg, die als spreker in den laatsten tijd veel doet voor de vorming der publieke belangstelling in de schilderkunst.
      De heer Van Doesburg heeft in verschillende plaatsen veel succes gehad met zijn optreden. Hij geeft zijn visie omtrent de ontwikkeling der schilderkunst en zijn opvattingen omtrent de moderne schilderkunst en met veel interessante lichtbeelden verheldert hij, wat hij betoogt.
      „Na de pauze”, schreef het dagblad „Twenthe” in een verslag van een voor de Vereeniging „Kunst en Nijverheid” gehouden voordracht, „vertoonde spr. een reeks lichtbeelden. Hierbij vond hij gelegenheid, zijn beschouwing en uiteenzettingen te verduidelijken. De vereeniging „Kunst en Nijverheid” heeft velen met dezen avond aan zich verplicht. Men moge zijn bedenkingen hebben, men moge ook na de lezing van Th. van Doesburg, sommige vragen voor zich zelf niet kunnen beantwoorden, er zullen weinigen zijn, wien het niet gespeten zou hebben, als ze dezen avond hadden moeten missen.”
      We hopen, dat van het ontwikkeld publiek in Apeldoorn zeer velen van de gelegenheid, om den heer Van Doesburg te kunnen hooren, een dankbaar gebruik zullen maken. De ontwikkelde moet zijn tijd kennen; en zijn tijd geheel te begrijpen, zonder de in dien tijd vallende kunstuitingen te doorzien, is niet mogelijk.
      Morgen wordt ons de gelegenheid geboden, onze inzichten te verruimen en te verrijken.
      Dat dan velen daarvan profiteeren!