Naar inhoud springen

Nieuwe Rotterdamsche Courant/Jaargang 69/Nummer 113/Ochtendblad/De schipbreuk van de Titanic

Uit Wikisource
‘De schipbreuk van de Titanic’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant, woensdag 24 april 1912, Ochtendblad, A, p. 1. Publiek domein.
[ Ochtendblad, A, 1 ]

De schipbreuk van de Titanic.

Het kabelschip Minia zou volgens een telegram dd. gisteren uit Halifax uit deze haven vertrekken om de Mackay Bennett af te lossen. Het schip neemt 150 doodkisten en 80 ton ijs mee. De Mackay Bennett heeft bevel ontvangen om met de 50 geborgen lijken, die nog herkend konden worden, naar Halifax terug te keeren.

De Fransche afgevaardigde en voormalige minister van handel, Masse, werpt in de Lanterne het denkbeeld op, dat Frankrijk het initiatief zal nemen tot het bijeenroepen van een internationale conferentie, die besluiten zou over de veiligheidsmaatregelen ter zee voor passagiers en bemanning.

Aan de Matin wordt uit Nice gemeld, dat een aldaar wonende dame, mevrouw Navratil, meent haar kinderen te herkennen in de beschrijving der bladen van twee uit de scheepsramp geredde Fransche kinderen van 2 en 3 jaar, die alleen bekend zijn onder de namen van Louis Lolo en die vergezeld waren van een passagier, die zich Hoffmann noemde. Deze kinderen zouden ontvoerd zijn door haar man, die haar een maand geleden verlaten had. De achtergebleven moeder heeft om de photographie der kinderen geseind.