Nieuwe Rotterdamsche Courant/Jaargang 69/Nummer 18/Ochtendblad/Dammen

Uit Wikisource
‘Dammen’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant, vrijdag 19 januari 1912, Ochtendblad, A, p. 2. Publiek domein.

[ Ochtendblad, A, 2 ] Dammen.
 Gisteravond heeft de kampioen De Haas een lezing over het damspel gehouden in de groote zaal van Ons Huus te Amsterdam, welke bijna geheel met een aandachtig gehoor was bezet. Spr. verheugde zich over deze ruime opkomst te meer waar velen aanwezig waren, die het spel niet in zijn geheelen omvang verstonden, hoewel hij daartegenover voor een zware taak stond om tot niet dammers te kunnen spreken over wat in dat spel gebeurt en voorkomt. Spr. betoogt, dat het spel reeds van zeer ouden datum is want reeds de oude wijsgeeren schreven over het damspel en spr. zag in het British Museum te Londen een teekening waarop een der Egyptische koningen, Ramses, is afgebeeld dammend met een zijner slavinnen. Hij betreurt, dat niet bekend is hoe de ontwikkeling uit die oude tijden tot in later tijden heeft plaats gevonden, het eerst bekende werk op damgebied is gedateerd 1517 en geschreven door Anthoulo Torquemada, maar het spel wordt thans anders gespeeld; daarna is Manoury in Frankrijk de man die in de achttiende eeuw het spel vooruitbrengt. Hij geeft ons de notatie die ook thans nog in gebruik is en schrijft een werk dat aan den meester-eindspel-problemist Blankenaar thans nog de inspiratie gaf tot een zijner mooiste eindspelcomposities. Spr. meent, dat het spel in ons land is nigevoerd door de Israëlieten. Spr. ontmoette het spel het sterkst onder de Noord Hollandsche veeboeren, die in de marktplaatsen met de Israëlieten in aanraking kwamen en daar een dammetje speelden. Tot voor korten tijd nog werd het spel in Holland nog slechts in familiekringen beoefend.
 Voor tien jaren bestonden nog slechts twee vereenigingen, Constant te Rotterdam en V. A. D. te Amsterdam. Gaandeweg hebben de voormannen toen het spel gepropageerd, den bond gesticht en is een tijdschrift uitgegeven, en spr. acht dit het mooie in de dambeweging, dat alle arbeid in de beweging geschiedt om niets, ja zelfs toen de sterksten onder de dammers vijf Zondagen achtereen speelden om het kampioenschap van Nederland, was ook alleen deze eere-titel het eenige wat te bereiken was. Dit heeft Holland voor op Frankrijk, waar dammen tot de beroepspelen hoort. Spr. acht het eveneens een uitmuntend verschijnsel in ons land dat dammen en schaken, beide denkspelen, die zulke hooge eischen stellen, zoo druk in ons land beoefend worden en op zulk hoog peil staan. Hij meent dat de kwaliteit van ons spel nog beter is dan dat der Franschen, die reeds sedert jaren over een groote litteratuur beschikken, terwijl die der Hollanders slechts van de laatste jaren is. Spr. stipte ook aan de nieuwe uitgave van een Jeugdblad door den bond. Hij meent het van groote waarde uit opvoedkundig oogpunt het damspel te beoefenen, maar van de huiselijke spelen acht hij het tot de voornaamste te hooren, daar het in zoo hooge mate zelfbeheersching leert, snel denken oefent en leert combineeren, alle uitmuntende eigenschappen in de maatschappij.
 Aan het slot werd spreker met een krachtig applaus voor zijn interessante rede dank gebracht.