Nieuwe Rotterdamsche Courant/Jaargang 80/Nummer 19/Ochtendblad/Dada-avond

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dada-avond
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 20 januari 1923
Titel ‘Dada-avond’
Krant Nieuwe Rotterdamsche Courant
Jg, nr 80, 19
Editie, pg Ochtendblad B, 3
Opmerkingen Nelly van Moorsel vermeld als mevrouw Van Doesburg
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein
Dada-avond.

      Men meldt ons uit Amsterdam:
      Thans heeft ook Amsterdam zijn Dada-avond gehad. De verslagen in de pers van de Dada-vertooningen elders hadden veler nieuwsgierigheid gewekt en zoo liep het lang voor het officieele aanvangsuur — 8 uur — storm aan de Bellevue-zaal. Zóó groot was de belangstelling van het publiek, dat de politie er aan te pas moest komen, en, althans in den beginne, alleen degenen toegelaten werden die al van een toegangskaart voorzien waren. De groote tooneelzaal van het gebouw was stampvol; zelfs in de looppaden stonden de menschen.
      Het verloop van den avond was gelijk aan dat van andere, die eraan voorafgingen, alleen met dit verschil dat de vereeniging voor beeldende kunstenaars De Onafhankelijken, onder welker auspicien de avond plaats had, de leiding had, en de voorzitter dier vereeniging, de heer Maurits de Groot, een openingswoord sprak en verder trachtte zoo goed mogelijk de orde te bewaren. Naar hij zeide hadden De Onafhankelijken zich hier niet voorgespannen omdat zij reeds overtuigde Dadaisten waren, maar wijl zij aan alle moderne stroomingen gelegenheid willen geven zich te uiten.
      De toehoorders, althans een groot deel van hen, vatten het echter niet zoo ernstig op en maakten er een pretje van. Het begon al dadelijk onder de inleiding van den heer Theo van Doesburg, die zijn brochure: „Wat is Dada?” voorlas.
      Er was onophoudelijk rumoer; er klonken vreemde dierlijke geluiden door de zaal; hanengekraai, hondengeblaf, het gehuil van krolsche katten, enz., en telkens was er ook Dada-geroep. Vooral toen de Duitsche dadaist Kurt Schwitters achter in de zaal, bij wijze van accompagnement of illustratie, vreemde klanken ging uitstooten, met af en toe zangerige uithalen, werd het het een leven als een oordeel.
      De heer Van Doesburg bracht echter onverstoorbaar zijn lezing ten einde en het licht, dat al dien tijd uit was geweest, werd weer opgedraaid.
      Daarna betrad mevrouw aVn Doesburg, die tijdens de lezing van haar man een soort vn tbleu vivnt verneeld had, het tooneel, en speelde aan het klavier den reeds bekenden begrafenismarsch van een krokodil.
      Onder gebrul der aanwezigen werd haar een boaquet aangeboden.
      De grootste herrie ontstond echter toen daarna Kurt Schwitters verscheen, gewapend met een gong, om eenige dadaistische gedichten voor te dragen. Men wuifde met zakdoeken en schreeuwde: Houd er den moed maar in! En de heer Schwitters vermeerderde het tumult door met den gong te werken.
      Daarna verscheen op een wit scherm het beeld van een soort van cubistische wajang-pop, die later beweegbaar bleek te zijn, en telkens een arm of been optilde. De zaal reageerde hierop met een: Hup Ajax! Toen speelde mevrouw Van Doesburg nog een marsch van een mier, en was het pauze.
      Aan het begin van het tweede deel van de avond heetf de heer De Groot nogmaals de aanwezigen op het hart gedrukt, zich kalm te houden, maar onder de schier oneindige voordracht van den heer Schwitters, getiteld: Grossen Glorreichen Evolution in Revon niet het tot in den treure herhaalde motief van: Es steht ein Mann!, was het weer van hetzelfde laken een pak; vooral als hij op zijn eigenaardige, vreemde wijze, half-zingend declameerde. De eene riep: water! de ander schreeuwde: Willem Broekhuys is in de zaal!
      Ook klonk er na een monotone reeks van klanken mijn!, alsof er een veiling aan de gang was, en weer een ander bulderde: M’n centen terug! In aansluiting daarmede rekende weer een derde uit: 800 personen (een ruwe schatting van het aantal aanwezigen) dat is 5 millioen mark (aan entréegeld). Waarop de heer De Vries, kwaad wordende, ontkende, dat de heer Schwitters hier zou staan om een mooie recette van Hollandsch geld te beuren, die, omgezet in marken, in Duitschland een vermogen zou beteekenen. Deze avond ging uit van de Onafhankelijken.
      De sttemming in de zaal werd toen wat zenuwachtig. Verschillende dames en heeren stonden op, en de politie die den geheelen avond een oog in het zeil had gehouden, drong naar voren. Maar daadwerkelijk optreden was niet noodig. Het bleef tot het einde too wel een spectakel, maar het programma kon geheel worden afgewerkt.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (20 januari 1923) ‘Dada-avond’, Delftsche Courant, Eerste Blad, [p. 3].
  • Anoniem (20 januari 1923) ‘Dada komt ook hier!’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, Vierde Blad, [p. 3].