Nieuwe Venlosche Courant/Jaargang 77/Nummer 130/Limburg en St. Willibrordus

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Limburg en St. Willibrordus
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 5 juni 1939
Titel Limburg en St. Willibrordus. Pl.m. 739–1939
Krant Nieuwe Venlosche Courant
Jg, nr 77, 130
Editie, pg [Dag], tweede blad, [1]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

LIMBURG en St. Willibrordus

Pl.m. 739–1939

      Zagen wij in ons vorig artikel de stichting en geschiedenis der abdij van Susteren dan is de vraag gewettigd: „Wordt de H. Willibrordus er ook vereerd?” Van een echte vereering zooals wij die in ons bisdom van een kerkpatroon kennen met plechtige hoogmis, feestpreek en relikwievereering, is ons niets gebleken. Wel vinden wij in de muurschilderingen van de kerk het borstbeeld van den H. Willibrordus tusschen dat van den H. Albricus en den H. Servatius. In de crypta ziet men een klein gebrandschilderd raampje met de afbeelding van den Heilige. In vroeger eeuwen bestond er ook het St. Willibrordus-beneficie.
      In de buurt van Susteren treffen wij nog andere plaatsen aan uit het leven van onzen missionaris. Zoo blijkt uit de oude akten dat op 1 October 704 te Buchten een zekere Engilband zijn goederen en bezittingen te Waalre (N.B.) vermaakt aan den H. Willibrordus. Een andere plaats – St. Odiliënberg, – 3 uren van Susteren gelegen, mogen wij hier niet onvermeld laten, ofschoon zij in de geschiedenis van den H. Willibrordus niet genoemd wordt.
      De geschiedenis van St. Odiliënberg vertoont zeer veel overeenkomst met die van Susteren. Omtrent het jaar 700 werd ook deze plaats door Pepijn van Herstal geschonken aan de H. H. Wiro, Plechelmus en Otgerus, die er een klooster bouwden ter eere van den H. Petrus, waarom aanvankelijk de plaats ook St. Pietersberg heette. Pepijn kwam telken jaren in de vasten hierheen om, wat wij zouden noemen, retraite te houden, en zijn paaschpreek te spreken.
      Ook om andere redenen mogen wij dankbaar zijn voor de stichting van dit klooster.
      Immers de H. H. Wiro, Plechelmus en Otgerus maakte eveneens missiereizen en zij verkondigden het H. Geloof niet alleen in de naaste omgeving, maar tevens in Overijssel, zoodat de H. Plechelmus de „Vader van Oldenzaal” genoemd wordt. Zoo is aan de kloosters van Susteren en Odiliënberg de kerstening te danken van een groot deel onzer provincie.' Want in later jaren heeft hun werk zich zeker verder gaan vertakken en zijn er vanuit de kloosters en eerste parochies meer kerken gesticht en priesters aangesteld om de zielzorg waar te nemen en de leer van Christus verder te verkondigen in de omgeving.
      Het kan niet anders of de H. Willibrord, die vaak te Susteren vertoefde, moet van hieruit zeker St. Odiliënberg en zijn H. H. bewoners bezocht hebben en met hen het bekeeringswerk van ons dierbaar Limburg besproken hebben.