Naar inhoud springen

Ons Zuiden/Jaargang 1/Nummer 142/De Fransche Kamer

Uit Wikisource
‘De Fransche Kamer […]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Ons Zuiden, woensdag 21 juni 1893, [p. 2]. Publiek domein.

[ 2 ]De Fransche Kamer was gisteren weer eens het tooneel van een dier zittingen waar de afgevaardigden van la nation la plus civilisée du monde en van het land van het algemeen stemrecht elkander uitscholden als de dames de la halle bij een opstootje. De Kamer delibereerde over de gedeeltelijke herzienning van de commissies.
Clemenceau beklom de tribune maar werd terstond begroet door den kreet van Deroulède: « Stilte voor den vriend van Cornelius Hertz! » waarop verscheidene stemmen «stemming» roepen. Clemenceau wil met zijn rede beginnen maar wordt op nieuw door Deroulède onderbroken, die hem toevoegt dat hij niet wist dat Clemenceau uit de kas van het buitenland putte. Deroulède en Millevoye, die ook telkens interrompeert, worden tot de orde geroepen met inschrijving in het procès-verbaal.
Clémencean slaagt er eindelijk in zijne rede, waarvan de slotsom is dat het algemeen stemrecht het eenige element is dat in de Republiek staande is gebleven, ten einde te brengen. Onder veel rumoer wordt tot de stemming overgegaan, waaruit blijkt dat 323 stemmen tegen en 214 voor de discussie der artikelen zijn.
Deroulède vraagt na de stemming het woord over eene persoonlijke zaak, die natuurlijk Clémencean tot voorwerp heeft. Hij zegt onder andere dat men het aan Clémenceau moet wijten dat de papieren van Cornelius Herz thans in ’t bezit der Engelscher zijn, die er zich van kunnen bedienen tegen Frankrijk, ea dat daardoor de benoeming vaneen ambassadeur te Londen wordt vertraagd.
Men kon dus zijn toorn bevroeden, zegt hij toen hij dien brutale op de tribune zag gaan om zijn aandeel te hebben in het succes van de verdedigers van het algemeen stemrecht.
«Dat is valsch!» roept Clémenceau uit; maar Déroulède bijt hem toe: «spreek niet! spreek niet in deze vergadering! Gij hebt maar al te veel reeds gesproken. Het goud van Corneluis Herz smoort je. En zoo gaat het nog eenigen tijd voort. Eindelijk zegt Marius Martin, en verwekt daardoor sensatie, dat men eindelijk wel eens zou willen weten wanneer het rapport over de enquête betreffende de Panama zaak ter tafel worden gebracht. Eindelijk wordt deze stichtelijke zitting ten 5 ure geheven.
Als naspel volgden uitdagingen van Clémenceau die aan Deroulède en Millevoye zijne getuigen zond.
De toestand van den president der Republiek is zeer bevredigend en de minister Dupuy is hersteld, zoodat hij den ministerraad opnieuw kon voorzitten.
Een zeer aardig voorstel van Labussière mag niet onvermeld blijven. Deze stelde namelijk voor om het hoofdstuk «Openbaar lager onderwijs», te verhoogen met 25 000 francs; deze gelden zullen dienen om openbare onderwijzers in de gelegenheid te stellen om naar eene badplaats te gaan.
Als de heeren onderwijzers nu ’s winters nog eene loge in de opera krijgen, zullen zij z[e]ker niet klagen over te weinig belangstelling vanwege de regeering in hun welzijn.