Ordinarise Middel-weeckse Courante/1662/Nummer 3/Vyt Parys, den 11 dito
‘Vyt Parys, den 11 dito. [= 11 januari 1662]’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Ordinarise Middel-weeckse Courante, [dinsdag] 17 januari 1662, [p. 2]. Publiek domein. |
Vyt Parys, den 11 dito.
’t Hof begint hem wederom tot de Negotiatien des Rijcks te begeven, nu dat de ceremonien van de Ridderlijcke ordre van den H. Geest ten eynde zijn, en men meent in ’t korte te vernemen hoe het met de sake van den Heer Fouquet eyndighen sal. De presentatien van d’andere Ontfangers der Finantien ghedaen, worden ten hove niet aen gesien, het schijnt Sijn Majesteyt met ernst alle saecken selfs door sien wil, om der Ontfangers rekeninghe na desen altijdt selfs te maken. De saken met die van de Ghereformeerde Religie beginnen weder in beter aen sien te komen als voor desen, men twyfelt niet of der Staten Ambassadeurs sullen voor haer vertreck daer in yets tot haer voordeel verkrygen; vele huys-gesinnen die in en omtrent Rochel ghewoont hebben zijn naer andere plaetsen vertrocken daer sy vry mogen leeren. Alle gequalificeerde persoonen zijn noch ten Hove. Sijn Majesteyt met de Koningin sullen sich hier den meesten winter onthouden, op ’t voor-jaer meent men dat Sijn Majesteyt sijn voor-genomen reyse voltrecken sal. Wy hebben hier tydinge van de Zee-plaetsen, dat aen die stranden veel Schepen aen-ghedreven zijn, van ghelijcken veel doode menschen. Boven in Vranckrijck is groote dierte in de granen, en men vreest deselve noch sal toe-nemen. De statie die alhier geweest is, heeft een groote somme geldts ghekost, en alles is soo magnifijckelijck toe-ghegaen dattet niet na vertelt kan worden, ’t scheen dat hier alle rijckdommen der werelt by een vergadert waren; den swaren reghen beletten noch veel pompeusheden die anders souden geschiedt hebben.