P.C. Hooft/Schoon Nimfelijn
Uiterlijk
← Grafschrift voor Brechtje Spiegel | Litterarische fantasiën en kritieken (1868) door C.Busken Huet
Schoon Nimfelijn |
Sal nemmermeer gebeuren → |
Gedicht van P.C.Hooft opgenomen in Busken Huet, Litterarische fantasiën en kritieken deel 1. |
Schoon Nimfelijn, ach "mind'je mijn", wat zoude ik al versieren
Om, naar mijn wensch, "dees' ledstjens" zoo welgemaakt te cieren!
Met blinkend goud "of perlen zondt" gij voelen ras belasten
Uw halsje zoet, dat "kraal als bloed" daarom niet beter pasten.
Om, naar mijn wensch, "dees' ledstjens" zoo welgemaakt te cieren!
Met blinkend goud "of perlen zondt" gij voelen ras belasten
Uw halsje zoet, dat "kraal als bloed" daarom niet beter pasten.
Ik zoude u kleên, met keursjen reen", van lichte verwen blijdjes,
Die zouden staan "geschilderd aau" uw breedachtige zijdjes;
Uw voetjes mit "haar schoentjes wit", daar bij geval in 't bokken
Het inkarnaat "zoo wel bij laat" van hoosjes net getrokken.
Die zouden staan "geschilderd aau" uw breedachtige zijdjes;
Uw voetjes mit "haar schoentjes wit", daar bij geval in 't bokken
Het inkarnaat "zoo wel bij laat" van hoosjes net getrokken.
Uw armpjes meê, "zoo wit als snee", zoude ik koraal om schikken.
Deez vlechtjes blond "op nieuwen vond" zoude ik u leeren strikken
Met snoertjes veel, "nu groen, nu geel", bij lodderlijke beurtjes.
Vóór wantren 't haar, "of kruiven 't dáár", ca duizend zoete leurtjes.
Deez vlechtjes blond "op nieuwen vond" zoude ik u leeren strikken
Met snoertjes veel, "nu groen, nu geel", bij lodderlijke beurtjes.
Vóór wantren 't haar, "of kruiven 't dáár", ca duizend zoete leurtjes.
't Perruikje zou "ik trekken, nou" wat langjes, dan wat hoogjes;
En, als het klaar "gefutseld, waar'", mij spieglen in uw oogjes;
[ 26 ]Dan werpen ligt "an mijn gezigt" op 't eene, nu op 't ander;
Dan nemen raam "hoe 't altezaam" zou voegen bij malkander.
En, als het klaar "gefutseld, waar'", mij spieglen in uw oogjes;
[ 26 ]Dan werpen ligt "an mijn gezigt" op 't eene, nu op 't ander;
Dan nemen raam "hoe 't altezaam" zou voegen bij malkander.
Indien dat gij "uw oogjes blij" en liefelijke zeden,
Zoo vreugderijk, "zoo vriendelijk", zoo vol bevallighelen,
En uw aanschijn "vernoegd, tot mijn" dan met een lachje wenden
Zoo zoude ik, hiel "in u, mijn ziel" gaan metter wone zende.
Zoo vreugderijk, "zoo vriendelijk", zoo vol bevallighelen,
En uw aanschijn "vernoegd, tot mijn" dan met een lachje wenden
Zoo zoude ik, hiel "in u, mijn ziel" gaan metter wone zende.
En als ik wat "belonked had" den brand van alle knechtjes,
Uw zedetjes, "uw ledetjes", uw fraai getooide vlechtjes:
Zoo zoude ik streng, "met armen eng", uw jente lijfje prangen,
Tot ik daaruit "kreeg, buit om buit", uw zieltje weer gevangen.
Uw zedetjes, "uw ledetjes", uw fraai getooide vlechtjes:
Zoo zoude ik streng, "met armen eng", uw jente lijfje prangen,
Tot ik daaruit "kreeg, buit om buit", uw zieltje weer gevangen.
De verwe van "mijn lippen, an" uw wangjes zoude ik plekken
Door zoentjes zacht, "en met haar kracht" uw ziel te mond uittrekken.
Ik wed, ik weet, "gij dan beleedt" dat niemand van uw zusjes,
Daar gij (zoo 't schijnt) "nu smaak in vijndt", gaf ooit zoo zoele kusjes.
Door zoentjes zacht, "en met haar kracht" uw ziel te mond uittrekken.
Ik wed, ik weet, "gij dan beleedt" dat niemand van uw zusjes,
Daar gij (zoo 't schijnt) "nu smaak in vijndt", gaf ooit zoo zoele kusjes.