Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 13 ☽

Vaderland, na doode van Prins Willem de Iſte, door die allermoeilykſte Leiceſterſche tyden heen te redden. Wy hadden toen met de Spanjaarden van buiten en met de nog veel gedugter Engelſche Factie van binnen te ſtryden. Deze Factie had, even als nu, hare aanhangers overal verſpreid, in alle Proyintien, in alle Vergaderingen. Barneveld alleen moest het ſpits afbyten. Aan hem alleen is Maurits zyne verheffing en het huis van Oranje bygevolg al zyne grootheid verſchuldigd. Zy die Ulieden dit anders voorſtellen of voorpreeken zyn of huurlingen van het Huis van Oranje, dat altyd naar de Souvereiniteit heeft geſtaan, en de geenen die daar de hand niet toe hebben willem leenen, gehaat en vervolgd heeft; of het zyn domme weetnieten, die zig bemoeien met zaken, die zy niet kennen. Gelooft elk als hy van zaken ſpreekt, die tot zyn beroep betrekkelyk zyn. Gelooft de Geeſtlyken, wanneer zy Ulieden den Godsdienst leeren; dezen dienen zy te kennen; maar de Staatkunde is hun vreemd: gelooft derhalve den Staatsman; of nog liever, gelooft den eerlyken vergeeten burger, die de lotgevallen van zyn Vaderland, zonder vooröordeelen, en zonder andere inzigten dan enkel om zyne kundigheden te vermeerderen, en Ulieden van nut te zyn, in ’t ſtille hoekje van zynen haart beſtudeert heeft: gelooft dezulken, wanneer zy Ulieden zeggen hoe het ’er heeft toegegaan.
 Maurits leefde niet lang na het pleegen dezer gruwelen, en bereikte ’er zyn oogmerk ook niet geheel mede. Vol wanhoop, angst en wroeging gaf hy in 1625 den geest. Hy was een man van allerflegſte zeden: Een wreedäart, een valſch menſch en een overmaatig geile boef, die gewoon was elke ſchoone vrouw, evenveel of zy maagd, getrouwd, of weduwe waren, te bejagen en tot zyne booze luſten te lokken, en op die wyze verſcheide onechte kinderen naliet. Volgens de verzekering van zyne vleiërs, is dees vroome Vorst regtſtreeks ter eeuwige heerlykheid ingegaan.


 Zyn Broeder Fredrik Henrik volgde hem niet alleen op in het zelfde gezag, maar wist ook nog by de Stadhouderſchappen, die hy reeds bezat, door list en kuiperyen zyn neef Willem Fredrik het Stadhouderſchap van Groninge en Drenthe afhandig te maken, en dien

B 3