Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 26 ☽

de geheele Natie wel, grooten en kleinen, Landprovincien zoo wel als de Zeeprovincien. De vreemde Mogendheeden, wie zy ook waren, moeſten zig toen wel wagten van onze vlag te onteeren! nooit heeft onze Republiek meer eer en aanzien door de geheele wereld gehad dan toen. De Koning van Denemarken (om ſlegts een ſtaal by te brengen) was op het punt om door den Koning van Zweden uit zyn Ryk gejaagd te worden. Het belang van den koophandel, dat deeze braave Patriotten meer ter harte ging, dan het onzen Prins of zyne Voorzaaten ooit gedaan heeft, die altyd nydig zyn geweeſt over de grootheid, magt en onafhanglykheid welken de koophandel vooral aan Amſterdam geeft, en waar door zy tot nu toe belet zyn geworden die groote Stad naar hunnen zin te buigen of daar Garniſoen in te krygen, het belang, herzeg ik, van den koophandel vorderde dit onderbrengen van den Koning van Denemarken niet toetelaaten. In een oogenblik was ’er eene Vloot en Troupes ge­reed, die naar het Noorden zeilden en den byna verdreven Koning in zyn Ryk herſtelden.
 Terwyl de een dier beide Broederen in de Vergadering voor het welzyn des Vaderlands yverde, ging de ander als Gecommitteerde op de Vloot en woonde daar Zeeſlaagen by die dagen agter een duurden. Dit was regt mannen werk! Maar wat kunnen nu onze Grooten? Voor den Prins, hunnen Afgod, kruipen om’er een Ampt of Commisſie af te ſleepen!
 Dog, waarde Landgenooten! hoe eerlyk en wel het Land toen ter tyd ook geregeerd wierd; hoe zeer ook alles floreerde, de Gemeente, het gros der Natie was nogtans misnoegd. En wat zal ik zeggen? Zy had ’er reden toe. Want in plaats dat men by het overlyden van den laatſten Stadhouder het Volk in zyne geſchonden regten zoude herſteld, en het zelve zyn behoorlyk aandeel in het beſtier der gemeene zaak, ten minſte eenigen teugel over zyne eigen Regeerders zoude gegeeven hebben; in plaats dat men het Volk of zelfs of door zyne Gecommitteerden zyne eigen Re­geerders zoude hebben laaten verkiezen; in plaats dat men het zelve geene laſten of ſchattingen zoude hebben opgelegd, dan in welken het op eene of andere wyze