☾ 34 ☽
van alle Ampten en het commando der Troupes, en wat manqueert ’er dan aan de ſouvereiniteit? In Gelderland en Overysſel, daar de Staaten uit twee Leden beſtaan, maakte hy de helft der ſtemmen direct van zig afhanglyk, door de Regeeringen der Steden, in Gelderland alle drie jaren en in Overysſel alle jaren naar willekeur te verkiezen. Het is waar, hy liet in Overysſel kwanswys, de jaarlykſche keure van de Regenten aan het Collegie der gezwooren gemeente verblyven, doch hy hield de magt aan zig om die keure te approbeeren of niet; en ingeval ze hem niet beviel, alsdan zonder eenige nieuwe keure der gezwooren gemeente (die hy ook al aanſtelde, doch voor hun leven) direct anderen in de plaats te kunnen benoemen. Om die reden verkoozen en verkiezen nog hedendaags (want onze tegenwoordige Stadhouders hebben, ſedert 1747, dezelfde magt als Willem de IIIde) de gemeentens geene anderen, dan die zy vooraf weten, dat aangenaam zullen zyn. Als men nu op deze wyze meeſter is van de helft der ſtemmen der Staatenvergadering, en boven dien, door ampten, commisſien, gunſten, door ſtraffen en belooningen de andere helft, zynde die der doorgaans laffe en kaale Edelen, geheel onder zynen invloed weet te houden, en dan nog, zo menigmaal de ſtemmen ſtaken, beſlisſen kan hoe het beſluit zal vallen, want dit regt had hy ook al bedongen: Kan men dan niet alles naar zyn zin krygen? Is men dan niet zo goed als Souverein? Dit nogtans was de magt van Willem de IIIde, en dit is de magt van onze hedendaagſche Stadhouders, die ’er zelfs in 1747, in andere Provintien, nog veel meer hebben bygekregen als ooit Willem de IIIde heeft gehad. Doch ik keere nog een oogenblik tot dezen terug. In 1677 vond zig de gezwooren gemeente te Deventer, en waarlyk niet zonder reden bezwaard, om de jaarlykſche Regeering, naar het voorſchrift des nieuwen Reglements, te verkiezen. Zy verkoozen dezelve daarom, volgens ſtads oude Privilegien, en lieten ze beëedigen zonder ’s Prinſen goedkeuring aftewagten, makende zy, zo zy verklaarden, gemoedshalve zwarigheid om het Reglement van 1675, tegen de privilegien, naartekomen. Doch zyne Hoogheid deed de zaak ſpoedig af. Hy beval