Naar inhoud springen

Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/33

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 33 ☽

eene ondeugd ZORGVULDIGLYK te bedekken. Het moet dus vry wat meer zyn geweest, dan het houden van Maitresſen, dat van oude tyden af der Vors­ten mode en gewoonlyke uitſpanning was, doch het geene ik my niet herinnere aan dezen Willem ooit ten laſte gelegd te zyn. Alle middelen, om tot zyn oogmerken te geraken, waren by hem geoorloofd. Ko­ning van Engeland geworden zynde, ſchaamde hy zig niet den vermaarden valſchen getuige, Oates genaamt, gelyk hy Ticchelaar gedaan had, een penſioen toeteleggen. By zyne verheffing kreeg Hy meer gezag dan ooit eenig Stadhouder voor hem gehad had; de verge­ving van alle ampten, zo politique als militaire; het aanſtellen van Regenten; het commando over de Trou­pes, enz. Na dat de Franſchen de Provintien van Gelderland, Utrecht en Overysſel verlaten hadden, oordeelden de Staaten Generaal, die toen reeds afhan­gelingen van Willem waren, dat de Regeeringen in die drie Provintien dezelfde verandering dienden te onder­gaan als in de overige Provintien in 1672 was geſchied, te weten, dat de oude Regenten, die de Staatſche par­ty waren toegedaan geweest, voor ditmaal, en zonder conſequentie voor het vervolg, of krenking der Privilegien ontſlaagen, en anderen in hunne plaats geſteld wierden, en Willem werd door Hun Hoog Mogenden daartoe, en daartoe alleen, gemagtigd: Maar ziet zo ver ging zy­ne ſtoutheid en onbeſchaamdheid, dat hy deze onge­lukkige Provintien eene geheel nieuwe Regeeringsform voorſchreef en opdrong, waarby hem weinig minder dan de ſouvereiniteit over dezelven werd toegelegd. In Utrecht beſtaan de Staaten uit drie Leden, waarvan het eerſte de oude Geeſtlykheid vertoond; het tweede zyn de Edelen, en het derde Lid maken de Steden uit. Volgens het nieuwe Reglement op de Regeering, kreeg hy de magt (ik ſpreek van de magt en niet van het regt, vermits zulke uſurpatien het onregt zelve zyn) Hy kreeg, zeg ik, of liever nam de magt om het eerſte Lid alle drie jaren, en de Regenten der Steden alle jaren naar goedvinden af en aanteſtellen; alsmede de Leden van de Ridderſchap te verkiezen en dit Collegie, zo menigmaal het hem behaagde, met nieuwe Leden te kunnen vermeerderen. Voeg hier by de vergeving

E