Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 32 ☽

van de eene ſlaverny in eene andere, die veel ondragelyker was. Willem de IIIde werd Stadhouder ge­maakt, en de Burgery van den Haag, opgehitst door omgekogte Fielten, vermoorden in haaren blinden yver de beide Broeders De Wit, welker een, te weeten de Burgemeeſter van Dordregt, nog onlangs als Gecom­mitteerde op s’Lands Vloot (iets dat nu, God beetert! ook al uit de mode ſchynt) een allerſchrikkelykſten Zeeſlag had bygewoond, en te huis komende tot zyne belooning werd vaſtgezet, en op de valſche beſchuldiging van eenen enkelen getuige, die reeds door meer dan een Rigterlyk Vonnis, waaronder zelfs een wegens Laſter, dien hy den Heer en Schout van Piersbil had aangewreeven, infaam was, onmeedogend gepynigd, en, ſchoon geheel onſchuldig bevonden, nogtans door het Hof van Holland, alleen om den Prins te behaagen, van alle zyne Ampten ontzet en gebannen werd! Willem de IIIde had dien valſchen getuige omgekogt om De Wit te beſchuldigen, dat hy hem had willen huuren om den Prins te vermoorden; ten minſte is dit zeeker, dat hy dien ſnooden met een jaarlyks Penſioen heeft beloond, gelyk men onlangs ontdekt en ontegenzeggelyk beweezen heeft: ook heeft die braave Vorst, die Beſchermer van het Proteſtantendom openlyk dur­ven aanraaden, dat ’er naar de moordenaaren der beide Broederen geen onderzoek zoude geſchieden, onder voorwendzel, dat het gevaarlyk zoude zyn tegens zo veele voornaame Burgers ſtrenge middelen te gebrui­ken; en zyn, tot ergernis van alle eerlyke Lieden, de voomaamſte aanvoerders met Ampten en Baantjens begunſtigd geworden.


 Geveinsd, liſtig, heerſchzugtig, wreed en ſchynheilig was hy van aart. Van welke ſoort die eene on­deugd was, waaraan Bisſchop Burnet, ſchoon anderzins deszelfs vleiër en lofredenaar, hem ſchuldig heeft moeten erkennen, en welke hy, volgens het getuigenis van dien hoofſchen geeſtlyken, zorgvuldiglyk bedekt wist te houden, kan ik niet zeker bepalen. Het moet gewis iets zeer ſchandelyks zyn geweest, vermits een man, die zig niet ſchaamde openlyk moordenaren te begunſtigen en valſche getuigen in zynen dienst en bezolding te hebben, het nogtans der moeite waard oordeelde, deze

eene