☾ 57 ☽
vermeerdering van Soldy, wel eens willen verzagten? Zyt gy door uwe onverzettelyke hardnekkigheid om een grooter getal van Troupes te willen hebben, de oorzaak niet, dat de Armée (wier ſoldy nu maar voor een tyd verhoogd is) verſtoken is geworden van het aanhoudend genot eener zo aanmerkelyke ſomme? Hebt gy de Armée, door het wegzenden der oude Officieren, die de tractementen en Compagnien veelal hebben, en door derzelver plaats met jonge Lieden, zonder tractementen, te vervullen, niet t’onbruik voor den dienſt van ’t Land gemaakt? Aan wie hebben onze Troupes alle de plageryen, de kwellingen, dat onophoudelyk Exërceren, dat gedurig veranderen van Garniſoen, dat Manœuvreren, Soldaatje ſpeelen te danken, dan aan U alleen? Wat bedoelt gy daar mede? De krygsmagt van den Staat te disciplineren? o Neen Vorst! De krygsmagt van den Staat te doen vergeten, dat zy menſchen, dat zy Burgers zyn; haar van ’t overige der Natie geheel afteſcheiden, haar alle gevöel te ontnemen, en tot blinde werktuigen van uwen wil te maken.
Met wat goed oogmerk kan men de militaire discipline zo ver dryven, van de Krygslieden, Officieren en Gemeenen, zelfs in hunne particuliere zaken aan hunne hoofden te onderwerpen, zo dat elk in de Armée, die ſlechts een graad hooger is dan een ander, deze zyne meerderheid, door U onderſteund, kan en mag doen gelden, in zaken die den krygsdienst in ’t geheel niet raken? Ziet men niet zelfs Vrouwen naaf de Hoofdwagt brengen ! — Wat bedoelt gy daarmede, Vorst? Ik zal ’t U zeggen. Gy zyt de bron van alle magt, die in de Armée geoefend wordt. Zy vloeit alleen uit uwen ſchoot. Hoe meer de Armée ſlaaf is, hoe vryer hoe onafhangelyker gy zyt, hoe meer gy ’er U op kunt verlaten, wanneer gy eens nodig hebt haar zaken te bevelen, die zy U gewis zoude weigeren, zo zy nog vrye menſchen en Burgers waren.
De tyd nadert mogelyk, dat gy ’er de proef van zult nemen. Nog eens Vorst! Onze Troupes waren ſteeds dapper toen zy uit Inlanders beſtonden, en gelukkig en vergenoegd waren. De vryheid is met de ſtrengſte krygstugt zeer beſtaanbaar. Maar de vrye Krygslieden van een vry Land, als Osſen, met ſtokken voor zig heen te dryven, en