Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 63 ☽

dat het vervoeren van Buskruid naar onze eigen Colo­nien moest verboden en aan onze Westïndiſche Koop­vaarders voorgeſchreven worden, hoe veel zy ’er voor eigen gebruik van mogten medenemen, terwyl de duitſche Slaven, die Engeland gekogt had om tegen de Amerikanen te vegten, vry door ons Land kwamen en openlyk gemonſterd wierden, zelfs met asſiſtentie van ’t Garrniſoen van Nymegen; uwe hardnekkigheid om het lieve Vaderland eerder verlooren te laten gaan dan den Hertog van uw perſoon te verwyderen, ſchoon hy het voorwerp van den haat en het afgryzen dezer Natie is geworden, en even daar door, al was hy de eerlykſte Man der wereld, onbekwaam is om aan dezelve, als uw Raadsman, van eenigen dienst te kunnen zyn. Uwe infame directie omtrent onze Zeezaken; het ſtuk voor ſtuk uitzenden van meer dan twintig Oorlogſchepen, weinig tyds voor de U voorzeker toen reeds be­kende Oorlogsverklaring, op dat ze maar ſtuk voor ſtuk zouden genomen worden; het weigeren daarna van order om uitteloopen, toen eenige weinige van on­ze Oorlogſchepen het in de hand hadden, om het Convooi met Duitſche Recruten, die naar America moes­ten, opteligten, en daar door Engeland een zo allergevoeligſte neep te geven; het uitzenden van Zoutman en zyne Helden met zo gering een magt; het geven van geheime en mondelinge orders, daar zelfs een Lynden over moet klagen; honderd andere dingen van dien aart, te lang om te noemen, verraden U en uwe oogmerken o Prins!
 Maar wat hebben wy bewyzen noodig daar de zaa­ken zelve ſpreeken. Gy kunt, gy vermoogt alles in onze Republiek; Gy kunt in verre de meeſte Provin­tien; Gy kunt in de Vergadering van de Staaten Generaal, in de Admiraliteiten, in den Raad van Staa­ten, altemaal meest uit uwe Creatuuren beſtaande, alle beſluiten doen neemen, die Gy wilt; Gy kunt elk, zoo het U maar behaagd, tot zyn pligt houden. Wat Gy kunt, hebben wy gezien en ondervonden: Gy had uwe Afhangelingen, uwe Landproviptien, en uwe Admiraliteiten voor lang eene Vloot kunnen doen, ik zegge, Vorst, doen ja DOEN in Zee brengen. Er zit immers byna niemand in die hooge Collegien, dan