Pagina:Aard en doel van het internationaal privaatrecht (Hamaker 1878).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

27

kunnen doen, maar wat zij, zoo ze iets geven om den aard en het wezen des rechts en der rechtspraak en om de eischen der logica behooren te doen. Wij gelooven, dat uit zekere praemissen, die door iederen staat erkend worden en die met de menschelijke samenleving zelve gegeven zijn, logisch de beginselen voortvloeijen, waardoor de voor ieder geval toepasselijke wet wordt aangewezen. Wat de staat kan doen is een quaestie van willekeur, wat hij moet doen, als hij logisch handelen wil, kan alleen de wetenschap uitmaken.
 Gij voelt hoe diepe kloof beide partijen scheidt. Wat de ééne beschouwt als ijdele speculatie schijnt der andere echt wetenschappelijke arbeid: waar de ééne haar taak als afgeloopen beschouwt, zet de andere zich eerst recht aan het werk.
 Van hoeveel praktisch belang de quaestie is, blijkt, indien men bedenkt, dat het in de wetten neergelegd en in de praktijk toegepast positief internationaal privaatrecht, naar ieders getuigenis slecht is en dringend verbetering behoeft. Van waar moet die verbetering komen, zoo er niet zekere alleen ware en alleen logische beginselen zijn, die de wetenschap eerst zoekt en dan wetgeving en praktijk ter navolging voorhoudt? Van waar vooral verkrijgen we anders die eenheid in de regeling, van welke we thans zoover mogelijk verwijderd zijn en die toch het eerste vereischte is van een goed internationaal recht?
 Hoe dit echter zij, dit althans zal uit het gezegde wel gebleken zijn, dat ik omtrent den toestand, waarin de wetenschap van het internationaal privaatrecht verkeert, niet te veel gezegd heb. Eene wetenschap, die het met zich zelf niet eens is over eene vraag als de hier besprokene is eerst in staat van wording.
 Maar al is dit zoo, toch hebben we in een hoogst belangrijk opzicht veel gewonnen.
 Er is ééne zaak, die meer dan alle andere voor het internationaal privaatrecht levensquaestie is, ja die de regeling van de voor ieder geval toepasselijke wetgeving eigenlijk eerst tot een internationaal privaatrecht verheft. Die zaak is eenheid. Alleen door haar verkrijgt het internationaal verkeer dat, wat het boven alles behoeft, zekerheid. Alleen zij kan ons recht geven te spreken van een