Deze pagina is proefgelezen
LVI.
OUDEJAARSAVOND.
(1900.)
Vrienden! wij moeten danken de jaren die besloten zijn: —
Zij hebben ons geleerd, en hunne kerven zijn geschreven op ons gebeente.
dank!
Zij hebben ons geleerd, en hunne kerven zijn geschreven op ons gebeente.
dank!
In het Westen heeft de Tijd de bloed-besmeerde poorten gesloten, —
De Dood heeft haar vernageld met de zilveren sterren van den hemel.
dank!
De Dood heeft haar vernageld met de zilveren sterren van den hemel.
dank!
Wij weten waarom de bleeke hoofden der verslagenen zijn gevallen![1]
Als witte sneeuwvlokken in den nacht.
dank!
Als witte sneeuwvlokken in den nacht.
dank!
De sneeuw is gedaald als een doodshemd over de wereld, —
Wij weten dat het bloed nog heet is, waarvan de velden zijn gedrenkt.
dank!
Wij weten dat het bloed nog heet is, waarvan de velden zijn gedrenkt.
dank!
De lichte vensters der kerken hebben onze oogen niet verblind,
- ↑ Toespeling op den Zuid-Afrikaanschen oorlog.