Pagina:Adama van Scheltema, Eerste oogst (1912).pdf/93

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

LIX.

DE VLAG.




Onder die verschrikkelijke lucht
Vaart, als 'n aaklig makabere klucht,
De groote zwarte bruid
  Van dit sombere geslacht —
  Een donker-begruisde schuit
   Met een zwarte kolenvracht, —
  Die komt tegen den dompigen dag botsen
En schuift iets doods onder de plonzige schotsen, —
      Het water plooit —
        't Dooit !

Jongen! sta nou als een toren pal
Aan dien natten drassigen grachtwal, —
Laat, diep uit je hart vandaan,
  In den roereloozen mist,
  Langzaam 't vaandel opengaan
   Op die donkere doodkist, —
Daar hangt het hoopvol over 't treurige water!
Daar heeft het heel zijn kleuren-lachenden schater
      Opengestrooid —
        't Dooit!