Deze pagina is proefgelezen
LXI.
MEI-VERBEELDING.
De Lente, die jonge lichtzinnige meid,
Heeft de eerst-open knoppen gevonden, —
Dat heeft ze direct aan den hemel gezeid,
Die direct om muziek heeft gezonden: —
Daar stapt in haar gele japon
En voortreflijk gedecolleteerd —
Zij die meer zoo'n marsch componeert:
De orkestmeesteresse — de zon!
Zij opent haar nieuw exemplaar,
En roept het orkest bij mekaar!
Heeft de eerst-open knoppen gevonden, —
Dat heeft ze direct aan den hemel gezeid,
Die direct om muziek heeft gezonden: —
Daar stapt in haar gele japon
En voortreflijk gedecolleteerd —
Zij die meer zoo'n marsch componeert:
De orkestmeesteresse — de zon!
Zij opent haar nieuw exemplaar,
En roept het orkest bij mekaar!
Het koper voorop, in een halleve maan,
Met bazuin en trompet en trombone,
Dan het andere tuig — en heel achteraan
Het orgel, met de pijpe' in colonne; — —
Een oogenblik is alles stom : —
Mevrouw schudt haar kanten lapellen,
Maar voor ze tot drie gaat tellen
Kijkt zij nog eens achterom —
Daar ziet ze nog juist het gevaar: —
Goddorie de aarde is niet klaar!
Met bazuin en trompet en trombone,
Dan het andere tuig — en heel achteraan
Het orgel, met de pijpe' in colonne; — —
Een oogenblik is alles stom : —
Mevrouw schudt haar kanten lapellen,
Maar voor ze tot drie gaat tellen
Kijkt zij nog eens achterom —
Daar ziet ze nog juist het gevaar: —
Goddorie de aarde is niet klaar!