Pagina:Adama van Scheltema, Uit stilte en strijd(1909).pdf/67

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Wie zal dit stelpen, wat God ons helpen,
Waar wij ligge' in de hel, door onszelven ontstaan —
Voor ons zijn geen leiders, slechts misleide' en misleiders,
De grooten zijn gevallen, de wijzen gegaan.
— — — — — — — — — — — — — — —
Ik hoorde in ons midden: laat 't weenen en bidden,
Het scherpe mes spaart niet het schaap: —
Wij zullen rechten de rijken die ons knechten,
Als wij ontwake' uit onzen slaap!

Komt samen geschouderd, eer de weerld veroudert!
Zonder onszelf winnen wij nooit: —
Hoop leidt onze schreden, het lang verleden
Bracht ons leiders grooter dan ooit.

Laat zij die schromen van vrede droomen
En bloempjes vlechten om hun juk,
Waar wij die leven ons leven geven
Om 'n weerld te scheppen van geluk!

Komt samen geschouderd, eer de weerld veroudert!
De Zaak brengt alle' aan onze zij:
Doet de aarde kraken en schrik ontwaken —
En vreugd in 't eind voor u en mij!