Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/135

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 111 —

geen onder die allen gevonden is, hetwelk bijzonder goed aan het doel beantwoordt. Alleen moet ik hierbij aanmerken, dat de eerste handeling van schomburgk, het afbinden van het deel, in elk geval tot de doelmatigste voorbehoedmiddelen tegen de opslorping van het vergift behoort, daarom des te nuttiger, dewijl altijd noodwendig eenige tijd verloopen moet, voor er tot eene eigenlijke geneeskundige behandeling kan worden overgegaan. Ook het uitzuigen, waarvan mede boven reeds sprake was, wordt algemeen in de tropische landen geprezen. Alleen is daarbij wel toe te zien, dat zij, die dezen pligt op zich nemen, geene ontvellingen of kloven aan lippen of tong bezitten, of geene andere scheidingen van den zamenhang in den mond, waardoor het uitgezogen gift onmiddellijk in het bloed zou kunnen overgaan. Een waarschuwend voorbeeld daaromtrent heb ik gelezen, van eenen Indiaan, die, bij verwonding van zijn' zoon door een Crotalus mutus, terstond de wonde uitzoog, maar bijna het slagtoffer daarvan geworden was. Weinige minuten daarna reeds begon hem het aangezigt en het hoofd monsterachtig op te zwellen, terwijl hij naauwelijks aan de verdere gevolgen der vergiftiging ontsnapte. Eene holle kies scheen de oorzaak van dit ongeval te zijn geweest, door welke het vergift was ingedrongen.

Dit weinige moge voldoende zijn over de behandeling; alleen nog een enkel woord over de inenting tegen den slangenbeet. In Zuid-Amerika meent men zich daardoor even zoo te kunnen beveiligen, als door de vaccine tegen de kinderpokken. Reeds von humboldt heeft daarover het een en ander medegedeeld, en latere reizigers bevestigden zijne woorden, gelijk mij ook onlangs door een ooggetuige is verzekerd, die mij een weinig van het middel daartoe heeft medegebragt, en zich in de West-Indiën, uit weetgierigheid, zelf heeft laten inoculeren. Zoo uit- als inwendig wendt men een zwart poeder aan, en wanneer men daarmede behoorlijk is ingeënt, op de wijze van het tatoueren, zouden de slangen afkeerig zijn van dezulken te bijten, of wanneer zij dit al deden, zou toch de beet zonder verdere gevolgen blijven. De bestanddeelen van dit poeder worden zorgvuldig geheim gehouden. Men vermoedt, dat