Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/172

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 148 —

Maar niet minder treffend zijne teleurstellingen.

Es dehnte mit allmächt'gem Streben
Die enge Brust ein kreisend All,
Herauszutreten in das Leben,
In That und Wort, in Bild und Schall.
Wie gross war diese Welt gestaltet,
So lang die Knospe sie noch barg;
Wie wenig, ach! hat sich entfaltet.
Dies wenige, wie klein und karg!

In dezen soms harden strijd komt hem nu zijn met den leeftijd meer en meer bezadigd wordend gestel ter hulpe; zijne kracht heeft hij nog behouden, en deze is zelfs nog gestegen, zijne geestvermogens zijn niet verstompt, maar het bloed vliegt niet meer zoo snel en bruisend door zijne aderen, zijn minder opvliegend gestel doet hem meer tegen schokken bestand zijn, en zweept hem in drift niet meer zoo onweerstaanbaar mede. Zijne minder geprikkelde hersenen, dat werktuig van zijnen geest, maken hem geschikt tot het meer bedaard en kalm nadenken, zijne verbeelding, door de ondervinding reeds gelouterd, vliegt niet meer zoo hoog, hij hoort meer naar de stem der rede, wikt en weegt zuiverder, en door de ervaring de werkelijkheid van den schijn hebbende leeren onderkennen, wordt hij meer opmerkzaam op het verband tusschen oorzaak en gevolg, en berekent bedachtzamer en met voorzigtigheid de uitkomsten zijner daden; hij is meer in staat zich zelven te beheerschen, zijn verstand en rede verkrijgen het overwigt over zijn gestel, hij wordt van zich zelven meer onafhankelijk en leert als man vast staan onder de stormen des levens.

Treedt hij zoo in dezen strijd, op dezen grooten tweesprong der levensbaan, gelijk een andere Hercules, als gelukkig overwinnaar te voorschijn, dan staat hij daar als man in het evenwigt van zijne volle krachten; door opvoeding, door zijn rijpend verstand, rede en ontwaakt zedelijk en godsdienstig gevoel gevormd, en door de ervaring in de werkelijkheid geleerd, heeft hij de magt verkregen om meester te blijven van zich zelven, en is hierdoor rijp geworden voor zedelijke vrijheid; hij is mensch, hij is man, want rijpheid als mensch veronderstelt de kracht om zich zelven te besturen.