Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
vii
VOORBERIGT

wil leeren kennen, voor zoo ver het den zwakken mensch met zijne beperkte geestvermogens gegeven is dit te doen, mag geene dier beide openbaringen veronachtzamen; hij moet zich zoowel de eene als de andere ten nutte trachten te maken, want het zigtbare leidt ons tot het onzigtbare, het schepsel doet ons opklimmen tot den Schepper, en zoo wordt de Natuur een voor ons opengeslagen boek, waarvan de leesbaar geworden inhoud ons de wijsheid, de goedheid en het alvermogen des grooten Makers verkondigt en doet eerbiedigen.

Ziedaar in korte trekken tevens de geheele strekking van ons werk aangewezen. Wij houden ons overtuigd, dat deze uitgave even gunstig zal worden ontvangen als wij van onze zijde haar wenschen tot stand te brengen, en dat het Album der Natuur weldra zijne plaats zal vinden in ieder huisgezin, waar kennis en beschaving worden op prijs gesteld en aangekweekt."

 

 

Thans, nu de eerste jaargang van het Album geheel is in het licht verschenen, voegen wij hier slechts bij, dat de ruime deelneming, welke dit werk van de zijde des publieks heeft mogen ondervinden, ons ten waarborg strekt, dat wij in ons vertrouwen