Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/194

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 170 —

industrie vooral naar Glasgow. Later vormde er zich in 1749 eene nieuwe maatschappij, welke echter niet altijd voorspoedig was en, door partijdige begunstiging der Engelschen boven de Schotten, in eigenen boezem de zaden van kwijning droeg.

De Vlaamsche visscherij kan men als de eerste aanleiding tot die onzes vaderlands beschouwen. Brugge en vooral Nieuwpoort bloeiden daardoor in de twaalfde eeuw. Hospitalen en kerken werden in de laatst genoemde plaats gesticht uit de opbrengst van een tiendregt op de haringvisscherij. Nog in 1550 werd de opbrengst der haringvisscherij te Duinkerken op 400,000 ducaten geschat. Bij de opkomst der Vereenigde Nederlanden verviel echter die tak van handel voor de Vlaamsche gewesten, en hij kwijnde geheel weg, gedurende en na de Spaansche successie-oorlog. Eene korte flikkering van herleving viel onder de regering van jozef I, in het einde der vorige eeuw, aan de Vlaamsche haringvangst te beurt.

In ons vaderland heeft men zich reeds van oudsher toegelegd op de vangst van den haring in diep water. Men houdt den Briel voor de eerste haven, van waar hier te lande eene regelmatige haringvangst gedreven werd. De Zeeuwen begonnen, zoo men wil, omtrent het midden der 12e eeuw ter haring te varen. Men vermeldt hier vooral Zierikzee. Merkelijk nam de haringvangst hier te lande toe, nadat willem beukelszoon van Biervliet, in den jare 1386, zijnen landslieden de regte kunst om de haring te zouten en in tonnen te pakken geleerd had. Bekend zijn de regels van onzen cats in zijn twee-en-tachtig jarig leven:

 

De haring die men ving en kon niet lange duren,
En scheen maer kost te zijn voor onze nageburen;
Want soo men desen visch hout weynig dagen lanck,
Soo word hij gansch onnut en is maer enkel stanck;
Maer beukels heeft voor eerst den haring leeren kaecken;

 

Een stuck van groot gebruyck, want daaruyt is geschiet
Dat oock het verste land sijn nutten vond geniet.
Wel beukels! wees gegroet; uw graf dat dient verheven
Opdat uw goede naam hier na sou mogen leven:
Het is een out gebruijck, hij dient te sijn vereert.
Die aen onkundig volck bequaeme dingen leert.