Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/218

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 194 —

nergens op aarde zijn te vinden; indien wij, met andere woorden, de oorzaak en den loop der winden op de oppervlakte der aarde trachten op te sporen. Eene korte schets van het ontstaan en de verdeeling der winden op de oppervlakte der aarde zal daarom den lezers van het Album der Natuur niet onwelkom zijn.

Wanneer lucht verwarmd wordt, dan zet zij zich uit, wordt daardoor soortelijk ligter en rijst in de niet verwarmde omringende lucht naar boven. Konden wij de verwarmde lucht in een ligt omhulsel insluiten, dan zou dit zelf mede naar boven worden gevoerd; men heeft dit werkelijk gedaan en luchtballons op deze wijze doen opstijgen. Wordt echter eene luchtmassa slechts op eene enkele plaats verwarmd, dan heeft dit opstijgen der lucht evenzeer plaats. Ofschoon wij ons, met het gezigt, daarvan niet zoo goed kunnen overtuigen, zijn wij toch genoeg in de gelegenheid om dit door het gevoel waar te nemen. Wanneer namelijk des winters de kagchel helder brandt, dan rijst de lucht, die met deze in aanraking is, in de hoogte, verbreidt zich boven in het vertrek langs den zolder, geeft daaraan langzamerhand hare warmte af, en bekoelt zich vooral langs de glasramen. Daar zij namelijk, op haren weg steeds warmte aan de omringende voorwerpen afgeeft, daardoor afkoelt, zich weder zamentrekt en soortelijk zwaarder wordt, daalt zij weder langzamerhand naar beneden, om de plaats van de lucht weder in te nemen die ná haar langs de kagchel is gestreken. Van daar dat wij dikwijls meenen dat de ramen togten, omdat wij van die zijde koude gewaar worden; terwijl het niet anders is dan de lucht, die zich daartegen afkoelt en als een nederdalende stroom, langs den grond weder naar de kagchel trekt, om vervolgens, op nieuw verwarmd zijnde, weder eenen omloop door de kamer te beginnen.

Opent men des winters de deur van een verwarmd vertrek, dan worden de stroomen, die door het verbroken evenwigt ontstaan, nog duidelijker merkbaar. De warme lucht, die steeds het bovenste gedeelte van het vertrek inneemt, stroomt namelijk door de gedeeltelijk geopende deur naar buiten en wel het sterkst door het bovenste gedeelte der opening, terwijl er, door het beneden gedeelte derzelve, koude lucht naar binnen stroomt. Men kan zich van