— 298 —
het vaste land van Amerika, bevond ik mij onder eenen wilden volkstam, de Guarajos, bekend om zijne patriarchale deugden. Ik ontmoette daar den missionnaris pater lacueva, een braaf en kundig Spanjaard, die sedert 30 jaren bezig was om deze wilden tot Christenen te maken. Hij verhaalde mij, in betrekking tot de bedoelde plantsoort, eene treffende bijzonderheid. Door het Spaansch gouvernement naar Peru gezonden om de voortbrengselen van dat land te leeren kennen, bevond zich de beroemde kruidkundige haenke, wiens ontdekkingen ongelukkig verloren zijn[1], met hem (lacueva) in een vaartuig op de Rio-Mamoré, eene der voornaamste rivieren die zich in den Amazonenstroom uitstorten, toen zij in een der moerassen nabij den oever eene plant gewaar werden van eene zoo buitengewone schoonheid, dat haenke op haar gezigt neêrknielde, en in aanbidding weggezonken, aan den Schepper diep bewogen zijne dankbare hulde bragt, dat hem het voorregt ten deel viel, dat prachtige schepsel te aanschouwen."
Een bezoek, later door den heer d'orbigny gegeven aan de plaatsen, waar de laatstgemelde plant voorkwam, overtuigde hem dat zij, van die welke hij in Corrientes gezien had, als soort verschilde, welke plant (van Corrientes) hij Victoria Cruziana noemde, naar den generaal santa cruz, die zijne onderzoekingen in Bolivia zoo zeer had bevorderd.
In de zijtakken van de Amazonen-rivier, bij Ega, ontdekte de beroemde reiziger poeppig eene waterlelie, als Mururu bij de inboorlingen bekend, door hem Euryale amazonica genoemd, doch door prof. lindley voor dezelfde als de Victoria regia gehouden.
Sir robert schomburgk beproefde levende planten naar Europa te zenden. Hij moest ze echter zien sterven, en 't schijnt dat deze planten doorgaans afsterven, wanneer zij uit haren oorspronkelijken grond worden opgenomen. In 1846 verkreeg men in Engeland, door de onvermoeide zorg van den heer bridges, tot overbrengen der plant opzettelijk naar Bolivia gezonden, zaden, die in een glas met water werden overgezonden. Twee daarvan opgekomen in den tuin van Kew, ontwikkelden zich tot plantjes, die aan-
- ↑ Haenke stierf op de Philippijnsche eilanden, en van zijne ontdekkingen is slechts weinig gered.