— 9 —
bloemkroonen, naar levendig gekleurde vogelen, vlinders of andere insekten gelijkende, die in duizendvoudig afwisselende vormen, soms verschillend op eenen en denzelfden stengel, het oog des reizigers streelen, en zijn reukzintuig op den aangenaamsten geur vergasten. De wel bekende vanille is de vrucht van eene dier soorten. "Het leven eens schilders, zegt von humboldt, zoude niet toereikend zijn om alle de prachtvolle Orchideeën af te beelden, welke de wouden in de dalen van het Peruaansche Andesgebergte versieren." Nog vele andere schoone gewassen deelen met deze den levenden bodem, waarop zij wortelen,—doch wij zijn genoodzaakt voort te spoeden en kunnen niet op allen eenen bewonderenden blik werpen.
Slaan wij liever het oog naar boven. Daar ontwaren wij hoog in de kroon der boomen mede bloemen. Behooren zij aan den boom zelven? Het kan zijn, doch bij een nader onderzoek zal ons blijken dat zij grootendeels het eigendom zijn der tallooze slingerplanten of lianen, die, even als onze hop en klimop, langs den stam