Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/346

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 322 —

niet te ondernemen, voor zoo ver men van hem, die haar op zich neemt, verwachten kan eene naauwkeurige en strenge schifting van alle bijzonderheden, welke ons als daadzaken in de talrijke geschriften der Mesmeristen worden opgegeven, en eene grondige, in geen opzigt onvoldaan latende, verklaring van alles, wat daarin waar blijkt te zijn. Ik geloof, dat men van het mesmerisme het onderwerp eener langdurige en opzettelijke studie en van een naauwgezet proefondervindelijk onderzoek moet hebben gemaakt, om daartoe in staat en geregtigd te zijn. Maar iets anders is het te beproeven die vragen zóó te beantwoorden, dat daaruit blijkt, waaraan men zich in het algemeen met betrekking tot het dierlijk magnetisme te houden heeft,—welke van deszelfs verschijnselen als werkelijk voorkomende of althans als mogelijk aangenomen mogen worden, en hoe men zich die, wat hunnen aard betreft, moet voorstellen.



Friedrich anton mesmer, in 1734 te Weiler bij Constanz geboren, gaf, bij zijne bevordering tot doctor in de geneeskunde, in 1766 te Weenen eene verhandeling uit: over den invloed der planeten op het menschelijk ligchaam, waarin hij beweerde, dat alle ligchamen in het heelal door eene alom verspreide kracht met elkander in verband staan, en door dat verband invloed op elkander uitoefenen. Hij zocht eerst die kracht in de electriciteit; maar later werd hij door den sterrekundige maximilian hell, tot het denkbeeld gebragt, dat zij geene andere was dan de magneetkracht, en hij begon nu ziekelijk aangedane deelen met magneetstaven te bestrijken, in de hoop hierdoor genezing te zullen bewerken. Hij ontdekte al ras, dat hij op die wijze een aantal zeer bijzondere verschijnselen kon opwekken, die met de overige werkingen van den magneet geene overeenkomst hadden, en kort daarna bevond hij, dat hij dezelfde verschijnselen te voorschijn kon roepen, wanneer hij zijne strijkingen, zonder magneet, met de bloote hand verrigtte. Hij gaf aan de alzoo door hem, zoo hij meende, ontdekte geheimzinnige en tot dusver onbekende natuurkracht den naam van dierlijk