Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 28 —

naam van wetenschap verdient. Het is hier de plaats niet voor een overzigt der geschiedenis van dien vooruitgang. Alleen merk ik met betrekking tot het hier in het bijzonder besprokene op, dat quirini de eerste was, die in het jaar 1676 het waagde de algemeenheid van den zondvloed te betwijfelen; dat lister in 1678, en hooke in het begin der vorige eeuw het eerst het uitgestorven zijn van geslachten en soorten van dieren voor zeer waarschijnlijk hielden; terwijl de leer van hutton, die zijne theorie der aarde in 1788 uitgaf, de eerste proefneming was, om de veranderingen der aardkorst te verklaren zonder behulp van hypothetische oorzaken, maar enkel en alleen door de werking van diezelfde krachten, die thans nog door scheikundige ontleding of mechanisch geweld de hardste rotsen vergruizen.

Om de geologie haar tegenwoordig standpunt te doen bereiken, bragt zeer veel toe, dat een naauwkeurig onderzoek, zoowel van het maaksel der onderscheidene dierklassen en familiën, die thans de aarde bewonen, als van de betrekking, welke de afzonderlijke deelen van elk dier tot elkander bezitten, aanleiding gaf tot het maken van verbazende vorderingen op het gebied der Palaeontologie, of der kennis van de oude uitgestorvene organische wezens. Er bestaat namelijk tusschen alle deelen van het ligchaam eens diers eene wederkeerige afhankelijkheid; de eigenaardige bouw van elk deel bezit eene standvastige betrekking tot den bouw des geheelen ligchaams. Indien men nu enkele losse beenderen of andere deelen van eenig onbekend dier voor zich heeft, dan is de zaakkundige, op grond dier hem bekende betrekkingen, veelal in staat om met de grootste waarschijnlijkheid, dikwijls met volkomene zekerheid, uit den aard en den vorm dier deelen te besluiten tot den aard en den vorm van het geheele dier. Aan den beroemden Cuvier is men, ook in dit opzigt, oneindig veel verpligt. Hij paste die kunst, om uit hetgeen men kende tot hetgeen men niet kende te besluiten, op de fossile overblijfselen van dieren toe; en een aantal zoogenaamde restauratien, herstellingen van uitgestorvene schepselen, was daarvan het gevolg,—herstellingen, waarvan latere ontdekkingen dikwijls de naauwkeurigheid bewezen hebben.