Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/597

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

OVER DEN

DODO OF DRONTE.


(Didus ineptus. linn.)

DOOR

W. VROLIK.

 

 

M ijn vriend j. van der hoeven heeft in zijn leerzaam betoog over vogels zonder vleugels van Nieuw-Zeeland, geplaatst aan het hoofd van den jaargang 1853 van het Album der Natuur, ook in het kort melding gemaakt van den zonderlingen, waarschijnlijk geheel uitgestorven Dodo of Dronte. De groote belangstelling voor dezen vogel in den jongsten tijd opgewekt, en de waarde welke zijne nadere kennis voor Hollanders moet hebben, maken het, naar mijn inzien, niet overbodig, om in dit werk, aan de verspreiding van natuurkennis gewijd, een kort overzigt te geven van hetgeen wij er van weten. Zoo het gehalte der bouwstoffen eenigzins gelijk stond aan hare hoeveelheid, zoude onze kennis zeer volmaakt moeten wezen; maar ongelukkig gaat het hiermede, als met zoo vele andere duistere onderwerpen. Het aantal schriften er over klimt in dezelfde rede als de kennis er van daalt. Zoodra iets goed gekend is, gevoelt niemand lust er een nieuw boek over te schrijven; zoo het onderwerp echter onvoltooid bleef, wil elk, onbevredigd door hetgene anderen hem meenden te leeren, er gaarne iets bijvoegen. Het is echter niet deze lust, welke mij op dit oogenblik de pen in de hand doet nemen. Nieuws heb ik over den Dodo niet te zeggen. Maar ik acht het niet onvoegzaam, hetgeen anderen bekend maakten zaam te brengen, en dit te meer, vermits de meeste bronnen, waaruit ik putte, voor velen mijner landgenooten ontoegankelijk zijn.

Het is genoegzaam zeker, dat de eerste kennis, welke men aan