Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/638

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 218 —

de evennachtslijn, hetzij door eene lagere ligging des lands;—onder tegenovergestelde omstandigheden is ook hunne kleur lichter. En toch wijst de taalverwantschap tusschen verscheidene in kleur aanmerkelijk van elkander verschillende Negervolken aan, dat zij tot een' en denzelfden stam behooren.—Worden wij door dit alles als van zelve genoopt om, ook in het algemeen, een zeker verband te vermoeden tusschen de donkere kleur der Negers en de heete luchtstreken, die zij bewonen,—gelijk dan ook reeds de oude Grieken aanduidden met den naam, dien zij aan de zwarte Afrikanen gaven (Aithiopes, verbrande gezigten),—dan moeten wij ook erkennen, dat het op die kleur berustende verschil niet van zulk een wezenlijk gewigt is, als oppervlakkig schijnen zou. En wanneer men daarbij bedenkt, dat de bruine, soms bijna zwarte Hindoevolken op zeer voldoende gronden tot de Kaukasische verscheidenheid gebragt worden, ja dat diezelfde Hindoe's, om niet minder goede redenen, aangemerkt worden als te behooren tot denzelfden tak dier verscheidenheid, welke de Germaansche volkeren, en dus ook onze natie, omvat,—waaruit dus volgt, dat zij nader aan ons verwant zijn, dan de in kleur zoo veel minder van ons verschillende Israëlieten;—dan kan ook de donkere kleur der Negers, die niet eens bij allen even donker en soms meer bruin dan zwart is, onmogelijk op zich zelve den grond opleveren voor een wezenlijk verschil tusschen hen en de overige menschenstammen.

Ook op de hoedanigheid van het haar oefenen uitwendige omstandigheden een' grooten invloed uit. Volgens von kittlitz, vindt men in het noordelijk gedeelte van Chili zeer zelden iemand met blond haar, terwijl dit daarentegen in de zuidelijke streken zeer dikwijls gezien wordt, hoewel toch de bewoners van Chili allen van dezelfde natie, de Spaansche, afstammen. Trouwens, men kan dien invloed niet loochenen, wanneer men nagaat, hoe meest alle bewoners van heete gewesten zwart haar bezitten, en lichtkleurig haar slechts aangetroffen wordt in van de evennachtslijn verwijderde, of in hooggelegene landstreken, al is het ook, dat de invloed des klimaats niet het eenige is, dat aan de kleur van het haar iets afdoen kan.—Hoe spoedig de afstammelingen van een