Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/99

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 75 —

tronk en eenen geheel platgedrukten staart, waarmede zij als het ware kunnen "pagaaijen," of waarvan zij zich, volgens de uitdrukking van schlegel, niet alleen als roeiriem kunnen bedienen, maar ook als roer. Ten einde het indringen van water in hare luchtwegen te beletten, zijn zij voorzien van klapvliezen aan de neusgaten, terwijl de lippen zoodanig zijn ingerigt, dat die naauwkeurig in elkander sluiten, daar de eene vlakte eenen scherpen rand, de andere eene daaraan beantwoordende sleuf bezit. Zij leven uitsluitend in sommige tropische zeeën. Zij zwemmen in troepen of scholen, en behooren alzoo tot de zeldzame giftslangen, welke tot de "gezellige" dieren kunnen worden gebragt. Wat sommigen ook daartegen hebben ingebragt, het is thans uitgemaakt, dat alle zeeslangen, zonder onderscheid, voorzien zijn van een gift-toestel. Hoewel zij van nature niet kwaadaardig zijn, en niet ligt van zelve bijten, hebben russel en Dr. canton bij herhaling gezien, dat visschen en vogels, weinige minuten na haren beet, bezweken. Bij het Engelsche scheepsvolk is men er tegenwoordig dan ook zeer bevreesd voor. Dit mag wel het gevolg zijn van een paar voorbeelden, die in de laatste jaren bekend zijn gemaakt, van doodelijke verwonding bij den mensch. Het ééne geval, door canton beschreven, betrof een' Engelschen zee-officier,—het andere, door den Officier van Gezondheid jameson medegedeeld, een' Engelschen matroos, ter reede van Madras, die beide toevallig door zeeslangen gebeten, daardoor zeer spoedig, na 2 à 3 uren lijdens, overleden zijn.

De zeeslangen zijn van verschillende grootte. Zij bereiken echter hoogstens eene lengte van 5 R. voeten. In deze bepaling ligt dus reeds opgesloten, dat het bestaan der zoogenaamde "groote zeeslang" slechts een fabel is. Doch hoe komt het dan?—vraagt welligt iemand onder mijne lezers,—dat hooker, woodward en andere, overigens geloofwaardige schrijvers, op eigene waarneming afgaande, dit resultaat der wetenschap hardnekkig tegenspreken,—en dat er nog Anglo-Amerikaansche zeereizigers worden gevonden, die stijf en sterk staande houden, deze slang met eigene oogen te hebben aanschouwd? Hunne dwaling verklaart zich vrij eenvoudig en natuurlijk. Zij berust alleen op een zonderling optisch bedrog.