— 115 —
510 jaren vóór christus, en de Gorilla, heden op nieuw ontdekt en beschreven, had eigentlijk reeds sedert 2,400 jaren bekend kunnen zijn.—In lateren tijd heeft men wel door overlevering van inlandschen oorsprong, of door reisbeschrijvingen er eenig berigt van ontvangen, maar deze verhalen schenen zoo opgesmukt en zoo fabelachtig, dat men den korten weg van het ongeloof te baat nam, waarin vooral cuvier voorging met de groote magt, zijnen naam geschonken. De eerste mededeeling, welke men na hanno van den Gorilla vindt, is bij battell, die in zijne reizen, geschied in den jare 1625, den Gorilla schijnt gekend te hebben. Hij geeft er den naam aan van Ponjo, en onderscheidt hem van eene kleinere soort, die hij Engeco heet, en welke de gewone Chimpansé (Troglodytes niger) is. Den naam van Ponjo leidt savage, een hedendaagsche protestantsche missionaris, af van Mpongwee een volk aan de boorden der Gabonrivier. Volgens anderen echter is Pongo eene verbastering van Bogzo zijnde de naam, waaronder men zoowel den Chimpansé als den Mandril in Afrika kent. Van het woord Engeco of Engoko zal de naam van Jocko moeten worden afgeleid, welke in een gedrogtelijk melodrama gedurende korten tijd eene zekere tooneelvermaardheid verkreeg. Maar hoe dat zij, de Pongo, door battell beschreven, is een aap, die nagenoeg de lengte van den mensch heeft en met hem in ligchaamsgestalte overeenkomt. Terzelfden tijde ongeveer spreekt richard jobson, die ook de westkust van Afrika bezocht, van eenen aap, vijf voet lang, welke de Portugezen el Selvago (den wilden) en de Negers Quoja vorau noemen.—De la brosse, wiens reis naar de kust van Angola in den jare 1738 werd uitgegeven, beweert eene Negerin te Lowango gekend te hebben, die gedurende drie jaar bij deze dieren bleef, welke hij beschrijft als eene lengte hebbende van zes tot zeven voet. Hij maakt het eerst gebruik van den naam van Quimpeze of van Chimpansé, welken men later algemeen aannam en toepaste op de kleinere meer bekende soort.
Eene menigte gegevens is er derhalve voor de voorstelling van het bestaan eener groote aapsoort, tot den menschelijken vorm naderende, in de binnenlanden van het westelijk gedeelte van Afrika.