Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/131

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 117 —

aan Fransche vlootvoogden en aan geneeskundigen onder hen dienende. Met dankbaarheid zal men steeds de namen van eenen d'urville, freycinet, duperrey en van de als firma's schier bekende quoy en gaimard, lesson en garnot blijven noemen. Het doet goed te bemerken, dat, waar overigens de wetenschappelijke roem wel wat begint te tanen, de zeevarenden intusschen den ouden geest blijven behouden. Het is een waardig voorbeeld ter navolging.

De waarnemingen van owen leeren, dat de schedel van den Gorilla onderscheiden is van dien van den Chimpansé, door meerdere grootte, sterker uitgedrukte kammen op de kruin en op het achterhoofd (Sagittale en lambdoidale kam), steviger jukbeensboog, minder uitpuilende kaken, minder ineengesmolten neusbeenderen, vorming van eenen rug daarop, meer of min overblijven der naden van de tusschenkaakbeenderen, uitbreiding van hen tot eene plaat, welke zich bovenwaarts tusschen de neus- en de bovenkaakbeenderen voortzet, wijdere, meer opene neusgaten, meer vierkante oogkassen, meerdere tusschenruimte tusschen deze, plaatsing van het groot achterhoofdsgat meer naar boven, steviger tepelachtige uitsteeksels, enz. Vooral vinden wij deze kenmerken uitgedrukt in eenen later door hem beschreven en afgebeelden schedel van eenen grooteren Gorilla van de rivier Danger. Zeer opmerkelijk is daarin de toenadering tot den mensch, in den betrekkelijk grooten omvang der bewaarplaats van de hersenen, in verhouding tot het aangezigt, in de bijna gescheiden en breede neusbeenderen, in den vorm der oogkassen, de mindere uitpuiling der kaken enz., maar vooral zal elk getroffen worden door de sterke ontwikkeling der kammen boven op- en aan het achterhoofd, waardoor eene dierlijkheid en een teruggang geopenbaard worden, welke dezen schedel weder verre van den menschelijken vorm verwijderen. Deze kammen bestaan uit vaste beenzelfstandigheid. Hun doel is uitbreiding van oppervlakte en krachtvolle aanhechting voor de spieren, waardoor de onderkaak tot fijnmaking van het voedsel bewogen wordt.

In het geraamte van den Gorilla onderscheidt men eene borstkas, veel meer gewelfd dan die van den mensch, veel langere bovenste en veel kortere onderste ledenmaten. De lengte voorts der doorn-